2K Hoofdstuk 3 Woordenschat voorvoegsels les 2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.

Je hebt nodig:
Chromebook
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesopbouw
Hoofdstuk 3 Nieuw Nederlands: Woordenschat (blz.80)
Herkennen aan: oranje gedeelte boek/digitaal
Digitaal: via som/leermiddelen/ nederlands

Herhaling uitleg over: voorvoegsels
-LessonUp opdrachten
-zelfstandig werken


Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Leerdoel : je leert over voorvoegsels.
H3 Woordenschat (blz. 80 boek)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg:
Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel.

Bijvoorbeeld: Verkoop je miskoop.
mis = verkeerd
miskoop = verkeerde koop

Een voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Slide 6 - Tekstslide

Veel voorkomende voegsels:
non- = niet, zonder
on-= niet
mis-= verkeerd, fout
wan-= slecht, verkeerd
her-= weer, opnieuw
ex-= niet meer, van vroeger     
inter-= tussen (twee of meer gebieden)

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'wanorde'?
In mijn slaapkamer is wanorde, volgens mijn moeder.

Slide 8 - Open vraag

Het voorvoegsel 'non' betekent? Dit boek is 'non-fictie'?
A
slecht
B
verkeerd
C
niet
D
niet meer

Slide 9 - Quizvraag

             Vliegen over het water
In korte tijd is flyboarden zeer populair geworden. Flyboarden is een nieuwe, spectaculaire watersport waarbij je met een stevige slang gekoppeld wordt aan een waterscooter. Vervolgens wordt er water omhoog gepompt door de slang waardoor er een stuwkracht ontstaat.

Slide 10 - Tekstslide

Hiermee kun je tot wel veertien meter hoog vliegen en duiken. Eenmaal opgestegen komt het aan op het vinden en het houden van je balans. Het voelt alsof je bovenop het water staat en dat geeft een bijzonder gevoel.
De sport is inmiddels geliefd onder een groot publiek. 

Slide 11 - Tekstslide

Welk synoniem voor ‘populair’ (eerste zin) staat in de tekst?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent het onderstreepte woord 'spectaculaire'?

Slide 13 - Open vraag

Welk uitdrukking is van toepassing op tekst 1? Licht je antwoord toe.


A
als paddenstoelen uit de grond schieten
B
de smaak te pakken hebben
C
onder de blote hemel

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken

Maken via: som/leermiddelen/nederlands
H3 - Woordenschat: voorvoegsels

Opdrachten maken : vandaag alle opdrachten gemaakt !
Vandaag af hebben voor 17.00 uur (anders vanmiddag na de lessen verder werken) Klaar? verder met PowerPoint leesboek.
timer
8:00

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 16 - Tekstslide

Planning komt ook in som
Toets woordenschat: week 10/11.

Wat moet je kennen en kunnen?


Hoe kun je thuis oefenen?

Slide 17 - Tekstslide