Nederlands P1 week 4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les - Nederlands 9/3 '22

• Huiswerk online: Domeinopening  werkwoorden/persoonsvorm gelukt?
• Beter spellen.nl
  
• Werkwoorden - hoe zit het ook al weer?
• Schrijfopdracht: ingeleverd / feedback / vragen
• Spreekopdracht: wie gaat deze vandaag doen?

Schrijfopdracht: Brief aan een vriend(in) - week 1

Je bent gestart met de opleiding . Je hebt kennis gemaakt met jouw klas en met de docenten. Inmiddels heb je al een idee gekregen van de lessen die je krijgt. Je weet de weg in het schoolgebouw. Ook weet je hoe je het rooster vindt en hoe je het moet lezen. Er zijn een aantal leefregels op school en ook deze ken je inmiddels.

Een vriend(in) is nieuwsgierig naar de opleiding die je bent gestart. Hij / zij heeft vragen: Wat is het voor een opleiding? Wat voor een lessen krijg je? Hoe zijn de docenten? Wat vind je leuk of niet leuk? Wat vind je makkelijk of moeilijk? Wat leer je op de opleiding?

Opdracht (maximaal 200 woorden) - week 1

Je schrijft een brief aan deze vriend(in). Je informeert over de opleiding die je bent gestart.

Je geeft informatie over:

- de klas

- de docenten

- de lessen

- het schoolgebouw

- het rooster

- de leefregels

Je bedenkt daarnaast nog één ding waar jij zelf over wilt vertellen. Bijvoorbeeld over je klasgenoten of over de tramreis naar school.

Naast de informatie geef je jouw mening. Wat vind je leuk en wat vind je minder leuk? Wat is makkelijk en wat is moeilijk?

Aan het einde vertel je wat je graag wilt leren op deze opleiding. 

Vertel over een voorwerp en jezelf! - week 2

Je houdt een korte presentatie, waarin je iets vertelt over jezelf en over het voorwerp dat je hebt meegenomen.

Opdracht: Jezelf presenteren - week 2

• Je spreekt minimaal 2, maximaal 4 minuten.
  
• Spiekbriefje mag, hele tekst voorlezen niet.
  
• Indeling: inleiding - kern - slot
• Je beantwoordt eventuele vragen.
• Je krijgt na afloop feedback van klasgenoten en docent, zie het feedbackformulier.

Indeling presentatie - week 2

Inleiding: Wie ben je en waar ga je over vertellen?

Kern: Wat voor voorwerp heb je meegebracht en waarom past dat bij jou?

Je kunt gebruik maken van de 5 W’s:

• Wat is het?
  
• Waar komt het vandaan?
  
• Waarom heb je dat voorwerp gekozen? Waarom past dat bij jou?
  
• Wanneer gebruik je het/heb je het gekregen o.i.d.
  
• Wie: wat zegt het over jou?
  

Slot: Netjes afsluiten. Vraag klasgenoten en docent of ze nog vragen hebben.

Beter spellen.nl

Maak een account en oefen!

www.beterspellen.nl

Hoe zit het ook al weer met

WERKWOORDEN?

De persoonsvorm is een persoon.

1. waar
2. niet waar

Weet je het nog?

De persoonsvorm is altijd een.....

1. persoon
2. zelfstandignaamwoord
3. lidwoord
4. werkwoord

Wat is een persoonsvorm?

1. De handelende persoon in de zin
2. Het werkwoord dat verandert
3. Iets wat gebeurd is
4. De tijdsaanduiding

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. Lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Wat is de persoonsvorm?

Ik ben zo klein.

1. Ik
2. ben
3. zo
4. klein

nunederlands.digitaal.noordhoff.nl

nunederlands.digitaal.noordhoff.nl

Huiswerk - week 5

1. Maak een account bij Beterspellen.nl 

en oefen met spellen

2. Maak de Domeinopening Werkwoorden en 

Persoonsvorm

3. Extra opdracht:
Maak een lijst met voor jouw belangrijke werk-

woorden

WERKWOORDEN SPELLEN

Leer meer over de spelling van werkwoorden op de volgende website >

spelling.nl