Thema 4, basisstof 4

Thema 4; Voortplanting
Basisstof 4; Menstruatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4; Voortplanting
Basisstof 4; Menstruatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

1. Je leert wat menstruatie is.

2. Je leert wanneer de ovulatie plaatsvindt.

3. Je leert wat de menstruatiecyclus is.

4. Je leert wanneer de menstruatie plaatsvindt binnen de menstruatiecyclus.




Slide 2 - Tekstslide

Introductie filmpje over menstruatie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Menstruatie (ongesteld zijn)
Het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies wanneer een eicel niet is bevrucht.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Menstruatie cyclus (28 dagen)

Menstruatie, of ongesteldheid, is de periodieke bloeding van de vrouw.


Het is het begin van de menstruatiecyclus, die begint op de eerste dag van de menstruatie en eindigt op de laatste dag vóór de volgende menstruatie.


De cyclus maakt je lichaam klaar voor een mogelijke zwangerschap en bepaalt wanneer je vruchtbaar bent.

Slide 7 - Tekstslide

Menstruatie
  • Dit proces herhaalt zich
  • Als zaadcellen 3 dagen overleven en een eicel 1 dag, wanneer is een vrouw dan het meest vruchtbaar?

Slide 8 - Tekstslide

Vruchtbare dagen berekenen

Als je weet wanneer je eisprong plaatsvindt, weet je ook wanneer je vruchtbare dagen zijn.


Je meest vruchtbare dagen zijn op de dag van de ovulatie en de twee dagen daarvoor. Ook 5 tot 3 dagen voor de dag van je ovulatie ben je vruchtbaar, maar de kans op een bevruchting is dan wel kleiner.

Slide 9 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Je ziet in de afbeelding dat de dikte van het slijmvlies verandert. Tijdens de menstruatie wordt een deel afgestoten, dat gebeurt op dag 1 t/m 4. Daarna groeit het baarmoederslijmvlies weer aan, het wordt dikker en het bevat weer meer bloedvaten. Ongeveer 14 dagen na het beginvan de menstruatie vindt de ovulatie plaats. Als er dan geen bevruchting plaatsvindt, zal de volgende menstruatie op ongeveer de 28e dag beginnen. De menstruatiecyclus begint dan opnieuw. 
Bijna geen enkele vrouw menstrueert precies om de 4 weken. Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 12 - Quizvraag


Op welke dag begint het opbouwen van het slijmvlies?
A
dag 1
B
dag 6
C
dag 14
D
dag 18

Slide 13 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 14 - Quizvraag

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel die de eicel bevrucht

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 17 - Quizvraag

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 18 - Quizvraag

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 20 - Quizvraag

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag
Lees bladzijden 166 en 167 van je boek
Maak de volgende opdrachten online: 13, 14, 15 en 16

Slide 23 - Tekstslide