Les 28 - Herhaling beknopte bijzin

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Nederlands boek en schrift
- Jas uit
- Tas van tafel
- Telefoon in tas
timer
2:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Nederlands boek en schrift
- Jas uit
- Tas van tafel
- Telefoon in tas
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lesdoel
- Herhaling beknopte bijzin
- Opdracht beknopte bijzin 
- Zelf leren voor YESweek
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
... heb ik de beknopte bijzinnen herhaald

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis: zinnen
Een zin met een beknopte bijzin heet een 'samengestelde' zin
 
Samengestelde zin bestaat uit 2 onderdelen: 
- hoofdzin
- bijzin

Voorbeeld: Ik zet de wekker uit, omdat ik uit bed stap

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis: zinnen
Een zin met een beknopte bijzin heet een 'samengestelde' zin
 
Samengestelde zin bestaat uit 2 onderdelen: 
- hoofdzin
- bijzin

Voorbeeld: Ik zet de wekker uit, omdat ik uit bed stap

Slide 5 - Tekstslide

Eigenschappen beknopte bijzin


Eigenschap 1: de persoonsvorm is vervormd 
- voltooid deelwoord (gebeurd, gerend, geweest_
- onvoltooid deelwoord (rennend, dansend, bewegend) 
- te + infinitief (te hebben, te slapen, te willen)

Eigenschap 2: bevat geen onderwerp (die staat namelijk in de hoofdzin) 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vind je een beknopte bijzin?
Stap 1: Vind de hoofdzin
- in de hoofdzin staat er altijd een onderwerp en een persoonsvorm
Rennend achter hem aan, steekt hij over. 

Stap 2: Noteer vanaf welk woord de beknopte bijzin begint en waar het eindigt 
Rennend achter hem aan, steekt hij over

Stap 3: Benoem het zinsdeel. Kies uit: ow, lv, bvb, bwb
- Heel belangrijk!! Volgende slide stappenplan 

Slide 7 - Tekstslide

Zinsdeel benoemen
Vraag 3: Benoem het zinsdeel. Kies uit: ow, lv, bwb, bvb
- Rennend achter hem aan, steekt hij over. 

Stap 1: vind pv 
Stap 2: vind ow 
Stap 3: vind lv
Stap 4: vind bwb (plekken/manieren/hoe/tijd)
Stap 5: vind bvb (geeft het extra info over de hoofdzin?)

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdeel benoemen
Vraag 3: Benoem het zinsdeel. Kies uit: ow, lv, bwb, bvb
- Rennend achter hem aan, steekt hij over. 

Stap 1: vind pv = steekt
Stap 2: vind ow = hij
Stap 3: vind lv = geen 
Stap 4: vind bwb (plekken/manieren/hoe/tijd) -> 'Rennend achter hem aan' is een manier 
Stap 5: vind bvb (geeft het extra info over de hoofdzin?)

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Hoofdstuk 4 Grammatica
Beknopte bijzinnen
Hoe
Werkblad + schrift
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
25 minuten
Klaar?
Goed! Alvast leren voor je YESweek
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide