Herhaling thema 4 bs 3, 4 en 5

Herhaling thema 4
Basisstof 3 tot en met 5
Beenverbindingen
Spieren
Gezond bewegen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling thema 4
Basisstof 3 tot en met 5
Beenverbindingen
Spieren
Gezond bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Samenvatting maken 
Uitleg basisstof 3, 4 en 5

Slide 2 - Tekstslide

Maak drietallen 

Verdeel basisstof 3, 4 en 5 

Lees je eigen basisstof door.

Maak een samenvatting van jouw basisstof. 

Klaar? --> leg je samenvatting uit aan de andere twee leden van je groepje. Zij stellen jou vragen over de basisstof

Uitkomst: 3 samenvattingen en je hebt ze allemaal besproken.  


Slide 3 - Tekstslide

Basisstof 3: Beenverbindingen

Slide 4 - Tekstslide

Bouw van een gewricht
  • De gewrichtkogel kan bewegen in de 
    gewrichtskom
  • Beide zijn bedekt door een 
    kraakbeenlaagje.
  • Met het gewrichtskapsel zitten beide
    botten aan elkaar vast.
  • De gewrichtskapsel maakt gewrichtssmeer.
  • Om het gewrichtskapsel zit een kapselband 
      voor extra stevigheid.

Slide 5 - Tekstslide

kogelgewricht

Slide 6 - Tekstslide

Rolgewricht
Onderarm met ellepijp en spaakbeen

Slide 7 - Tekstslide

Scharniergewricht
Tussen de middenhandsbeentjes en vingerkootjes 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de vier beenverbindingen?

Slide 9 - Open vraag

gewrichtsband
gewrichtskapsel
gewrichtskom
gewrichtskogel
gewrichtssmeer
kraakbeen

Slide 10 - Sleepvraag

Noem een voorbeeld van een kogel-, scharnier- en rolgewricht.

Slide 11 - Open vraag

Spierstelsel
Skeletspieren:
  • Spieren die met pezen aan botten vast zitten
  • Skeletspieren kan je zelf aanspannen/ontspannen.

Orgaanspieren:
  • Spannen zich aan zonder dat je het door hebt.
  • Huid, darmen, hart 

Slide 12 - Tekstslide

Skeletspieren
Een spier die aanspant, kan alleen korter worden !
Twee spieren werken vaak samen om een bot te bewegen.

Als spier 1 aanspant , ontspant spier 2
Als spier 2 aanspant, ontspant spier 1
Deze spieren zijn elkaars antagonist

Slide 13 - Tekstslide

Beweging door spieren
  • Een spier zit vast aan een pees.

  • Een pees zit vast aan een bot. De plek op het bot waar hij vast zit heet de aanhechtingsplaats.

  • Als de spier aanspant (korter wordt), trekt hij met de pees aan het bot. Hierdoor beweegt je arm.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf de werking van een spier

Slide 15 - Open vraag

Benoem een voorbeeld van een bewuste en onbewuste spierbeweging.

Slide 16 - Open vraag

Sporten en bewegen
  • Betere conditie = meer uithoudingsvermogen 
  • Spieren worden groter en sterker
  • Motorische ontwikkeling gaat vooruit (betere coördinatie)

Slide 17 - Tekstslide

Motorisch geheugen
Door bewegingen vaak te herhalen, gaan ze na een tijd vanzelf. 

Dit komt door je motorisch geheugen en zorgt voor geautomatiseerde beweging

Slide 18 - Tekstslide

Spierpijn
Spierpijn ontstaat doordat je een sport doet die je niet gewend bent.

De nieuwe belasting zorgt voor beschadigingen (die goed zijn) in je spieren.

Door vaker dezelfde training te doen krijg je minder spierpijn

Slide 19 - Tekstslide

Blessures
Een blessure is een beschadiging van spieren, botten of gewrichten. 

Getrainde spieren krijgen minder vaak blessures. Ook helpt een warming up

Slide 20 - Tekstslide

Waarom is sporten gezond? (wat doet het met je spieren en lichaam?)

Slide 21 - Open vraag

Wat is het verschil tussen spierpijn en een blessure?

Slide 22 - Open vraag

Wat kan je doen om een blessure te voorkomen?

Slide 23 - Open vraag

Volgende les
Kippenvleugen ontleden

Slide 24 - Tekstslide