Capítulo 5: Gramática + los números 1 -1000

La clase de hoy: De les van vandaag

Maak de opdrachten, met deze opdrachten kan je jezelf toetsen om te kijken waar je nog op moet letten of aan moet werken.

- TB. blz.45 bron D de bezittelijke vnw.
- TB. blz.48 bron J de toekomende tijd ir a + ww 


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

La clase de hoy: De les van vandaag

Maak de opdrachten, met deze opdrachten kan je jezelf toetsen om te kijken waar je nog op moet letten of aan moet werken.

- TB. blz.45 bron D de bezittelijke vnw.
- TB. blz.48 bron J de toekomende tijd ir a + ww 


Slide 1 - Tekstslide

Nu volgen er vragen over de getallen

Slide 2 - Tekstslide

Welke nummers hoor je hier?

Slide 3 - Open vraag

Schrijf in het spaans: 14

Slide 4 - Open vraag

100
A
cien
B
ciento
C
cienta

Slide 5 - Quizvraag

1000
A
mill
B
mil
C
milo
D
mila

Slide 6 - Quizvraag

110 pantalones
A
ciento diez
B
cien diez
C
diez cien
D
diez ciento

Slide 7 - Quizvraag

467 pendientes
A
cuatrocientos sesenta y siete
B
cuatrocientas sesenta y siete
C
cuatrocientos sesento y siete
D
cuatrocientas sesentas y siete

Slide 8 - Quizvraag

381 zapatos
A
trescientos ochenta y uno
B
trescientas ochenta y uno
C
trescientos ochento y uno
D
trescientas ochenta y uno

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf in getallen: setecientos veintinueve

Slide 10 - Open vraag

Schrijf in getallen: ciento sesenta

Slide 11 - Open vraag

Schrijf in getallen: dos mil veintiuno

Slide 12 - Open vraag

Welke nummers hoor je hier?

Slide 13 - Open vraag

Welke nummers hoor je hier?

Slide 14 - Open vraag

Welke nummers hoor je hier?

Slide 15 - Open vraag

Welke nummers hoor je hier

Slide 16 - Open vraag

Welke nummers hoor je hier

Slide 17 - Open vraag

Welke nummers hoor je hier?

Slide 18 - Open vraag

Zet de nummers op volgorde van klein naar groot
ocho
once
quince
trece
cuatro
nueve
veinte
dieciocho

Slide 19 - Sleepvraag

Schrijf in het spaans: 14

Slide 20 - Open vraag

Schrijf in het spaans: 15

Slide 21 - Open vraag

Nu volgen er vragen over "ir a"

Slide 22 - Tekstslide

Werkwoord  ir (gaan naar)
ik ga
voy a
jij gaat
vas a
hij/zij gaat
va a
wij gaan
vamos a
jullie gaan
vais a
zij gaan
van a

Slide 23 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord ir a (gaan naar).
1. Celeste y yo ___________ comer algo antes de ir a la cama.
2. Rogier y Stan_________ ir de excursión a Toledo.
3. ¿(Tú) ________ bailar todos los días a la discoteca?
4. Yo __________ estudiar todos los días hasta el examen.
5. ¿Christina y Demi _________a asistir al concierto?
6. Larissa _________ a correr en el maratón de febrero.

Slide 24 - Open vraag

Yo __________ un cigarro.
A
va a fumar
B
voy fumar a
C
voy a fumo
D
voy a fumar

Slide 25 - Quizvraag

Tú _________ con el jefe.
A
vas hablar a
B
a van hablas
C
vas a hablar
D
van a hablar

Slide 26 - Quizvraag

Él _________ para el examen.
A
va a estudiar
B
vais a estudiar
C
a estudiar va
D
van a estudia

Slide 27 - Quizvraag

Paula y yo _________ comprar el pan.

Slide 28 - Open vraag

Tú y tu familia ____ escuchar la radio.

Slide 29 - Open vraag

Mis hermanas y Juana _____ preguntar la hora.

Slide 30 - Open vraag

Nu volgen er vragen over het bezittelijk naamwoord

Slide 31 - Tekstslide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes naar het Spaans.

(Jouw)........ zapatos son bonitos.

Slide 32 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes naar het Spaans.

(haar)........ número de teléfono es 0612345678.

Slide 33 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes naar het Spaans.

(mijn)....... hijos son muy guapos.

Slide 34 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes naar het Spaans.

(Zijn)......... ropa es muy bonita.

Slide 35 - Open vraag

Wat is je gevoel over de gemaakte oefentoets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Fin, gracias por tu atención

Slide 37 - Tekstslide