HERHALINH H3 havo3

Benodigheden
- Schrift en Boek
- Pen 
- Laptop
BOEK OPEN 
PERIODIEK SYSTEEM






LessonUp: 
JA!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Benodigheden
- Schrift en Boek
- Pen 
- Laptop
BOEK OPEN 
PERIODIEK SYSTEEM






LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 2 - Tekstslide

de juiste symbolen van de atoomsoorten cadmium, lood en kwik zijn:
A
Ca, I, Hg
B
Cd, Pb, Hg
C
Ca, Pb, Ag
D
Cd, I, Ag

Slide 3 - Quizvraag

de juiste symbolen van de atoomsoorten stikstof, fosfor en tin zijn:
A
N, P en Sn
B
N, F en Ti
C
S, P en Ti
D
S, F en Sn

Slide 4 - Quizvraag

de formules van waterstofperoxide en alcohol zijn
A
H2enC2H6O
B
H2enC6H12O6
C
H2O2enC6H12O6
D
H2O2enC2H6O

Slide 5 - Quizvraag

de naam van de stof NH3 is
A
stikstofwaterstof
B
ammonium
C
ammoniak
D
stikstoftrihydride

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke deeltjes zijn
moleculaire stoffen opgebouwd?
startvraag
A
metaalatomen, zij vormen moleculen
B
niet-metaalatomen, zij vormen moleculen
C
metaalatomen en niet-metaalatomen, zij vormen ionen
D
metaalatomen en niet-metaalatomen, zij vormen moleculen

Slide 7 - Quizvraag

In welke fase geleiden
moleculaire stoffen stroom?
startvraag
A
in geen enkele fase
B
alleen in vloeibare fase (gesmolten)
C
alleen vloeibaar en opgelost in water
D
in alle fasen

Slide 8 - Quizvraag

Moleculen trekken elkaar aan.
Wanneer laten moleculen elkaar los?
A
bij ontleden
B
bij verbranden
C
bij verdampen

Slide 9 - Quizvraag

De formule van aluminiumoxide is:


Aluminiumoxide is een
Al2O3(s)
A
mengsel
B
zuivere stof

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel atomen zijn er aanwezig in
6H2SO4
A
6H, 2S en 4O
B
2H, 1S en 4O
C
12H, 6S en 24O
D
12H, 1S en 4O

Slide 11 - Quizvraag

Welk atoom staat in groep 1 periode 2
A
Be
B
H
C
Li
D
He

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de structuur van Fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort stof is
SCl2
A
Zout
B
Atoom
C
Moleculaire stof
D
Metaal

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort stof is
ZnCl
A
Zout
B
Moleculaire stof
C
Atoom
D
Metaal

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de naam van
MgBr2
A
Bromidemagnesium
B
Dimagnesiumbromide
C
Magnesiumdibromide
D
Magnesiumbromide

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel atomen zie je?
A
5
B
10
C
15
D
0

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel moleculen zie je hier?
A
2
B
3
C
4
D
9

Slide 19 - Quizvraag

Welke coëfficiënten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 - 2 - 5
B
2 - 5 - 2
C
2 - 2 - 5
D
1 - 5 - 2

Slide 20 - Quizvraag

Vul de juiste woorden in. 
In een reactievergelijking staan na de pijl de formules van de stoffen die.................................................................
Deze stoffen worden ................................ genoemd.
De symbolen in een formule geven de .................................... aan.
Het getal rechts onder het symbool van een atoomsoort heet de ..............
Als de formule goed is, mag je de index bij het kloppend maken .......... veranderen.
Er staan van elk soort ................... atomen voor de pijl als na de pijl. 
Bij het kloppend maken van een reactievergelijking mag je alleen getallen ................. de formules zetten. 
De stoffen voor de pijl worden ...................... genoemd. 
ontstaan bij een reactie
Atoomsoorten
index
reactieproducten
beginstoffen
evenveel
nooit
voor

Slide 21 - Sleepvraag

maak reactie kloppend:

Cu(s)+O2(g)>CuO(s)
timer
3:00
A
Cu(s)+O2(g)>2CuO(s)
B
Cu(s)+O(g)>2CuO(s)
C
2Cu(s)+O2(g)>2CuO(s)
D
2Cu(s)+3O2(g)>6CuO(s)

Slide 22 - Quizvraag

maak reactie kloppend:

C3H8(g)+O2(g)>CO2(g)+H2O(l)
timer
3:00
A
2C3H8(g)+10O2(g)>6CO2(g)+8H2O(l)
B
C3H8(g)+5O2(g)>3CO2(g)+4H2O(l)
C
C3H8(g)+3O2(g)>3CO2(g)+2H2O(l)
D
C3H8(g)+7O2(g)>5CO2(g)+4H2O(l)

Slide 23 - Quizvraag

Stoffen weergeven in formule taal

Slide 24 - Tekstslide

Claudia Fietst Nooit In Haar Oude  Broek

De moleculen van deze atomen bestaat altijd uit twee dezelfde atomen:

- Cl2 :    Chloor-molecuul
- F2   :    Fluor-molecuul
N2  :    Stikstof-molecuul
I2    :    Jood-molecuul
H2  :    Waterstof-molecuul
O2   :    Zuurstof-molecuul
Br2  :    Broom-molecuul



Leerdoelen
de formule van een stof afleiden uit de molecuultekening;
de formules van elementen geven;
de formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam is gegeven;
de naam van een aantal stoffen opschrijven als de formule is gegeven;
het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen
Weektaak
Maak de opgaven van §3.3 voor aankomende les

Slide 25 - Tekstslide

Moleculen
De molecuulformule geeft de soort en het aantal atomen in een molecuul weer, je zet de symbolen van de atomen in alfabetische volgorde.
De index achter het symbool van een atoomsoort geeft aan hoeveel van deze atomen er in een molecuul zitten.
De coëfficiënt geeft het aantal moleculen weer.
Leerdoelen
de formule van een stof afleiden uit de molecuultekening;
de formules van elementen geven;
de formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam is gegeven;
de naam van een aantal stoffen opschrijven als de formule is gegeven;
het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen
Weektaak
Maak de opgaven van §3.3 voor aankomende les

Slide 26 - Tekstslide

Systematische naamgeving

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 29 - Open vraag

Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 30 - Open vraag

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll