EHBO 5 belangrijke punten

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

AFSPRAKEN MOBIEL/LAPTOP
  • Alleen als de docent het zegt, dus niet continue in de les en niet op eigen initiatief.
  • Alleen op de sites die nodig zijn om iets op te zoeken voor de EHBO & Veiligheid.
  • Geen foto's maken.
  • Niet houden van bovenstaande regels, betekent het inleveren van de mobiele telefoon of laptop.

Slide 2 - Tekstslide

Terug blik vorige lessen
  • 5 belangrijkste punten
  • Greep van rautek
  • Greep van Heimlich bij verslikking

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Rautekgreep

Slide 6 - Tekstslide

Wat wil een centralist van 112 alarmcentrale weten?

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn de 3 vitale functies?
A
het hart, nieren, longen
B
longen, maag, hart
C
hersenen, maag, darmen
D
hersenen, longen en het hart

Slide 8 - Quizvraag

Wat gaan wij deze les behandelen?

  • De ademhaling
  • Het zenuwstelsel

Slide 9 - Tekstslide

De ademhaling
Deze les gaan wij de ademhaling behandelen
Context-info 143 De ademhaling

Slide 10 - Tekstslide

Ademhalingorgaan
Voor de ademhaling heb je meerdere ademhalingsorganen nodig, te weten:
  •   mond en neus: hier komt de lucht binnen.
  •   luchtpijp: deze buis verbindt de mond en neus met de longen. 
  Naast de luchtpijp ligt de slokdarm. Het strottenklepje zorgt dat brokken eten in de slokdarm komen en lucht in de luchtpijp. 

Als je je verslikt komt er voedsel in de luchtpijp.





  Ademhalingsspieren: de ademhalingspieren zorgen ervoor dat je ribben naar boven en naar buiten bewegen. Je borstkas wordt daardoor groter. Daardoor kan er verse lucht door de mond en de luchtpijp naar de longen stromen. Als de ademhalingsspieren zich ontspannen wordt je borstkas kleiner en stroomt de gebruikte lucht weer naar buiten.
  Longen: de luchtpijp vertakt in steeds kleinere takjes, die eindigen in kleine longblaasjes. In de longblaasjes lopen kleine bloedvaten die zuurstof ophalen. Deze zuurstof wordt naar alle delen van het lichaam gebracht. Bij het verbranden van zuurstof blijft koolzuurgas over. Dit wordt door de bloedvaten weer naar de longen gebracht en uitgeademd.

Slide 11 - Tekstslide

Ademhalingsorgaan
  • Ademhalingsspieren: de ademhalingspieren zorgen ervoor dat je ribben naar boven en naar buiten bewegen. Je borstkas wordt daardoor groter. Daardoor kan er verse lucht door de mond en de luchtpijp naar de longen stromen. Als de ademhalingsspieren zich ontspannen wordt je borstkas kleiner en stroomt de gebruikte lucht weer naar buiten.

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurd er met je ribbenkast als je uitademt?

Slide 13 - Open vraag

Beoordelen van de ademhaling
Als een slachtoffer bij bewustzijn is wil je het volgende weten:
  •   Heeft hij een bewustzijnsstoornis?
  •   Maakt hij een angstige of benauwde indruk?
  •   Grijpt hij naar zijn keel?
  •   Snakt hij naar adem?
  •   Heeft hij een blauwe kleur?
  •   Heeft hij letsel of verbranding in zijn gezicht?
  •   Bewegen zijn buik en borst regelmatig op en neer?

Slide 14 - Tekstslide

Stoornissen in de ademhaling
Verslikken
Bij een verslikking is een voedselbrok of ander voorwerp in de luchtpijp gekomen. Daardoor wordt het ademhalen moeilijk of onmogelijk. Je ziet en hoort de volgende verschijnselen:
  •   het slachtoffer grijpt naar zijn keel
  •   het slachtoffer heeft uitpuilende ogen
  •   het slachtoffer krijgt een blauwe kleur
  •   het slachtoffer heeft een gierende ademhaling. Ook kan er helemaal geen geluid meer zijn.
  •   het lukt het slachtoffer niet meer om te hoesten

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heet de greep met 5 schouderslagen en 5 buikstoten?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Greep van Heimlich
Opdracht:
Jullie gaan in groepjes van 2 personen de greep van heimlich bij elkaar toepassen. 
Jullie krijgen hier 5 min. de tijd voor.
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Context-info 144 Het zenuwstelsel




      Hersenen                              Ruggenmerg                       Zenuwen

Zie blz 15 context-boekje

Slide 22 - Tekstslide

Volgende les
  • Context-info 145 Stoornissen in het bewustzijn

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie
Maak de begrippenlijst 11.1.1 in je takenboekje op blz 16.
en vul het reflectieformulier
11.1.1 (TB)
in.

Slide 24 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide