Bodemgrond

Bodemgrond
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
StemtechniekenSecundair onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Bodemgrond

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over grond?

Slide 2 - Woordweb

Bodemgrond
  • Bodemonderzoek en de rol van insecten → belangrijk voor land- en tuinbouw
  • Onderzoek → belangrijk voor planten om te groeien
  • Rol van insecten → bestuiven van de grond
       = helden van de natuur!

(kevers, vlinders, vleermuizen, kolibries,...)

Slide 3 - Tekstslide

Uit hoeveel % bestaat de landbouwgrond in België?
A
55
B
40
C
50
D
45

Slide 4 - Quizvraag

Bodemkwaliteit is belangrijk voor:
  • Geschiktheid voor gewassen
  • Bodemvruchtbaarheid
  • Waterbeheer
  • Bodemstructuur
  • Duurzaamheid
  • Economische overwegingen

Slide 5 - Tekstslide

Wat merk je op aan je eigen pot grond?

Slide 6 - Woordweb

Belangrijke componenten van grond:
Zand: groot en korrelig + zorgen voor goede drainage
Silt: kleiner dan zand, groter dan klei. Voelt zacht en glad aan. Helpt water vasthouden en afvoeren (strand aan zee)
Klei: de kleinste en fijnste deeltjes. Plakkerig en glad. Kan water heel goed vasthouden
Organisch materiaal: alles wat ooit leefde en is afgebroken → plantenresten, dode insecten,...

Slide 7 - Tekstslide

Test 1: bekijk je grond
Bekijk je grond!

Slide 8 - Tekstslide

Test 2: ruiken aan de grond

Slide 9 - Tekstslide

Aanwijzingen d.m.v. de ruiktest
Anaërobe omstandigheden: rotte geur → weinig/geen zuurstof in de bodem
Zwavelverbinding: Geur van rotte eieren. Meestal door chemische processen
Organisch materiaal: aardse, rijke geur → houdt voedingsstoffen vast dus goed voor bodemvruchtbaarheid
Chemische verontreiniging: geur van olie, brandstoffen of andere industriële chemicaliën

Slide 10 - Tekstslide

Welke geur heeft jouw grond?

Slide 11 - Woordweb

Test 3: voel en kneed

Slide 12 - Tekstslide

Bodempyramide
Vul je pot grond rustig met enkele cm's water → niet VOL!

Laat deze rustig staan → niet schudden!

Slide 13 - Tekstslide