vergelijkingen 3 vwo

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je:
- het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
- Een vergelijking maken in het Frans
- de vergelijkingen "aussi que" "moins que" en "plus que"  in de zin gebruiken
- de uitzondering van "bon" [=goed / lekker] in het Frans vormen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je een vergelijking
in het NL?
Geef voorbeelden

Slide 3 - Woordweb

Noem voorbeelden
van bijvoeglijk nw
in het Nederlands.

Slide 4 - Woordweb

Noem voorbeelden van
bijvoeglijk naamwoorden
in het Frans

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

1
2
3
1
2
3
1
1
2
3
2
3

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als 

Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que

Slide 8 - Sleepvraag

Overtreffende trap
Om aan te geven dat iets of iemand bijvoorbeeld het grootst of het kleinst is, gebruik je in het Frans le plus, la plus, les plus
Le plus petit garçon - Het kleinste jongetje
La plus grande fille - Het grootste meisje
Les plus jolis films - De mooiste films
Les plus heureuses filles - De gelukkigste meisjes

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je in het Frans de overtreffende trap?
A
Plus + bijvoeglijk naamwoord
B
Super + bijvoeglijk naamwoord
C
Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
D
Moins + bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die kat is kleiner dan een hond

A
Ce chat est plus petit qu'un chien
B
Ce chat est plus petite qu'un chien
C
Ce chat est aussi petit qu'un chien
D
Ce chat est moins petit qu'un chien

Slide 11 - Quizvraag

Ton T-shirt est [groter dan] ton pantalon. Vul alleen de vertaling van [groter dan] in

Slide 12 - Open vraag

Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "beter"  

Slide 13 - Tekstslide

Die boeken zijn beter dan die films
A
Ces livres sont plus mieux que ces films
B
Ces livres sont meilleurs que ces films
C
Ces livres sont aussi mieux que ces films
D
Ces livres sont plus meilleures que ces films

Slide 14 - Quizvraag

La fin du cours

Slide 15 - Tekstslide