Blok 4.4 B Over Taal 4.12 Kijk naar Taal 1KGT

Blok 4.4 B Over taal

- pak je laptop
- werk stil aan je Leantbeat 4.3 D en 4.4 A en daarna aan Numo
- Leg je boek van Escape room op je tafel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 4.4 B Over taal

- pak je laptop
- werk stil aan je Leantbeat 4.3 D en 4.4 A en daarna aan Numo
- Leg je boek van Escape room op je tafel

Slide 1 - Tekstslide

Blok 4.4 B Over taal

- Kijk naar taal
- Stappenplan moeilijke woorden
- letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Woord
Betekenis
Woord
Betekenis
betreft
gaan over
theoretisch
niet in de werkelijkheid
dosis
hoeveelheid
stelling
standpunt
relatie
verhouding, hoe mensen met elkaar omgaan
garantie
verzekering dat iets goed is
afzonderlijk
elk apart
argument
goede reden
geregeld
regelmatig
praktisch
bruikbaar
reeds
al
Blok 4 - Schooltaalwoorden en de betekenis

Slide 3 - Tekstslide

Woord
Betekenis
Woord
Betekenis
verschijnen
in druk of in andere vorm voor het eerst aangeboden worden
geïsoleerd
afgesloten van alles en iedereen
in beslag nemen
bezig houden
kwaal (de)
niet ernstige ziekte
vernuftig
slim bedacht
virtueel
op de computer en het internet
ritueel (het)
vaste reeks handelingen
territorium (het)
leefgebied van een dier
observeren
aandachtig bekijken
registreren
opnemen
Nog 10 woorden en betekenis om te kennen

Slide 4 - Tekstslide


Wat is in jouw woorden: stress

Stress is vaak de oorzaak van nare kwalen zoals rugpijn, hoofdpijn en nekpijn.

Slide 5 - Open vraag


Wat is in jouw woorden: ritueel

Tijdens het ritueel danst de stam een bepaalde dans en zingen ze op een vaste manier.

Slide 6 - Open vraag


Wat is in jouw woorden: observeren

In de vogelhut is hij een bijzondere vogel aan het observeren. Om de vogel te herkennen moet hij goed kijken naar de kenmerken en luisteren naar het gezang. 

Slide 7 - Open vraag

Stappenplan moeilijke woorden
        
        1
Lees een stukje terug of verder en
kijk of het woord wordt uitgelegd
        
        1
        
        4
        
        2
        
        3
Kijk naar bekende stukjes in het woord
Kijk naar de plaatjes bij de tekst
Vraag de betekenis of zoek de betekenis op in een woordenboek

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan moeilijke woorden
        
        2
Kijk naar bekende stukjes in het woord
Is het woord een samenstelling?
Wat betekenen die onderdelen/woorden?

Slide 9 - Tekstslide

Samenstelling
  • Herken je stukjes van het woord?
  • Kun je de betekenis uit de 2 woorden afleiden?
  • Heeft het woord een voor- en achtervoegsel?

  • Bijvoorbeeld
      inburgering      =>  in + burger (bewoner van een stad)
      onaangeraakt  => on + aanraken 

Slide 10 - Tekstslide

Samenstellingen - ken je ze nog?
(Blok 2.4 B vraag 9 of je boek blz. 89)
Voorvoegsels                                                                            Achtervoegsels

anti- 
= tegen …
her- 
= opnieuw
mono- 
= alleen / één ...
neo- 
= nieuw
on- 
= niet...
wan-
= slecht(e) ...
-achtig 
= een beetje als…
-baar 
= je kunt het ...
-rijk 
= met veel ..
-loos 
= zonder …

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk/zelfsandig maken
Wil je een uitdrukking opzoeken in een woordenboek? Kijk dan bij het belangrijkste woord in die uitdrukking.

Hij stierf van de kou!


Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Letterlijk
figuurlijk
Hij is echt overleden door de kou.
Hij heeft het heel erg koud
In het woordenboek zoek je bij het woord 'koud' naar de betekenis

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk/zelfsandig maken
Wil je een uitdrukking opzoeken in een woordenboek?
Kijk dan bij het belangrijkste woord in die uitdrukking.

Ik moet bij hem thuis altijd op eieren lopen! 


Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Letterlijk
figuurlijk
Op de grond liggen allemaal eieren waar ik overheen moet lopen.
Ik moet bij hem thuis altijd goed opletten wat ik zeg of doe.
In het woordenboek zoek je bij het woord 'eieren' naar de betekenis

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk/zelfsandig maken
Uitdrukkingen en betekenissen
Uitdrukking
betekenis
Het hazenpad kiezen.
Snel op de vlucht slaan
Nu is hij zeker in de aap gelogeerd!
Nu zit hij zeker in een vervelende situatie!
Als er één schaap over de dam is, volgen er meer.
Als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven de anderen het ook.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
Als er geen toezicht is, durft iedereen opeens heel veel.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk/zelfsandig maken
Uitdrukkingen en betekenissen
Uitdrukking
betekenis
Een gegeven paard niet in de bek kijken.
Niet ondankbaar zijn over een cadeau.
Daar komt de aap uit de mouw.
Nu blijkt wat werkelijk de bedoeling was.
De hond in de pot vinden.
Te laat zijn voor het eten (alles is op)
Blaffende honden bijten niet.
Zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk/zelfsandig maken
Je gebruikt een woordenboek vooral om de betekenis van woorden op te zoeken. Veel woorden hebben meer dan één betekenis. 

Kijk eens naar deze zinnen:
Woorden met meerdere betekenissen
1. We zochten een behang met een leuk motief
2. De dader kon geen motief geven van zijn daad.
3. Wat was jouw motief om voor het Corbulo College te kiezen?

Slide 16 - Tekstslide

Betekenis uit de zin halen
Gebruik het stappenplan, maar geen woordenboek of internet!.
Leg in jouw woorden uit wat het dikgedrukte woord betekent?

Slide 17 - Tekstslide

  •  Je gebruikt een woordenboek vooral om de betekenis van woorden op te zoeken. Veel woorden hebben meer dan één betekenis. 
     
  • Lees alle betekenissen goed door en kies de betekenis die het best in de tekst past.
Woordenboek gebruiken: de juiste betekenis opzoeken

Slide 18 - Tekstslide


Gebruik het stappenplan, maar geen woordenboek of internet!
Leg in jouw woorden uit wat het dikgedrukte woord betekent?

Je kunt je vingers buigen door de scharniergewrichten.

Slide 19 - Open vraag


Gebruik het stappenplan, maar geen woordenboek of internet!
Leg in jouw woorden uit wat het dikgedrukte woord betekent?

Ik word nooit ziek, want ik heb veel antistoffen in mijn bloed.

Slide 20 - Open vraag


Gebruik het stappenplan, maar geen woordenboek of internet!
Leg in jouw woorden uit wat het dikgedrukte woord betekent?

Dit eiland is onaangeraakt: er is alleen maar natuur. 

Slide 21 - Open vraag


Gebruik het stappenplan, maar geen woordenboek of internet!
Leg in jouw woorden uit wat het dikgedrukte woord betekent?

Fijnstof is gevaarlijk om in te ademen.

Slide 22 - Open vraag

Woord
Betekenis
Woord
Betekenis
betreft
gaan over
theoretisch
niet in de werkelijkheid
dosis
hoeveelheid
stelling
standpunt
relatie
verhouding, hoe mensen met elkaar omgaan
garantie
verzekering dat iets goed is
afzonderlijk
elk apart
argument
goede reden
geregeld
regelmatig
praktisch
bruikbaar
reeds
al
Blok 4 - Schooltaalwoorden en de betekenis

Slide 23 - Tekstslide

Woord
Betekenis
Woord
Betekenis
verschijnen
in druk of in andere vorm voor het eerst aangeboden worden
geïsoleerd
afgesloten van alles en iedereen
in beslag nemen
bezig houden
kwaal (de)
niet ernstige ziekte
vernuftig
slim bedacht
virtueel
op de computer en het internet
ritueel (het)
vaste reeks handelingen
territorium (het)
leefgebied van een dier
observeren
aandachtig bekijken
registreren
opnemen
Nog 10 woorden en betekenis om te kennen

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk/zelfstandig maken
Maak in LearnBeat 4.4 A en B
Bestudeer de woorden uit blok 4 (handig voor de toets op 13 april)

Slide 25 - Tekstslide