Jodendom les 2/3

Programma
Wat weet je al van het Jodendom?
Joden in Nederland
Kort introductiefilmpje over het Jodendom?
Opdracht
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Programma
Wat weet je al van het Jodendom?
Joden in Nederland
Kort introductiefilmpje over het Jodendom?
Opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je van het Jodendom?

Slide 2 - Woordweb

Joden in Nederland
- Tot de 16de eeuw maar enkelen.
- Vanaf de 16de eeuw komen grote groepen vanuit Spanje en Portugal en later vanuit Oost-Europa naar NL.
- In mei 1940 leven er 140.000 joden in NL, hiervan zijn er meer dan 100.000 vermoord door de Nazi's.
- Nu leven er tussen de 40 en 45 duizend joden. 
- De Joodse levensbeschouwing heeft een grote invloed gehad op de Nederlandse cultuur. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Opdracht Google Classroom
Opdracht over een artikel wat verschenen is in het NRC

Let op: het gaat in om de titel, je hoeft niet het hele artikel te lezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wie zijn inspirerende personen voor het Jodendom?

Slide 7 - Open vraag

Programma
Bespreken opdracht.
Kort filmpje over het Jodendom
Geloofspunten van het Jodendom
Opdracht over het verbond en de wet!

Slide 8 - Tekstslide

Mensen die geloven in één God noem je?
A
Polytheïsten
B
Atheïsten
C
Monotheïsten
D
Pantheïsten

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wie was Abraham?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Wie of wat is een messias?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht stamboom
1. Maak een tekening/schema/Popplet/poster van de profetische stamboom. In deze stamboom verwerk je de volgende namen/profeten: Adam, Abraham, Salomo, Johannes, Ismaël, Jozef en de elf broers, Mozes, David, Noach, Zakharia, Jezus, Isaak, Jacob (Israël)
2. Geef in de stamboom duidelijk aan wanneer het gaat om een directe afstammeling (opa, vader, zoon) of indirecte afstammeling (bijv. neef of (verre) familielid). Maak een legenda waarop dit wordt uitgelegd.
3. Geef verder aan bij welke persoon het Jodendom begint en bij welke persoon het christendom begint.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Lees paragraaf 2
Het tweede geloofspunt van de joden gaat over het verbond en de naleving van de wet. Schrijf minimaal een half en maximaal een A4'tje wat dit verbond en deze wet inhouden. Noem bij de wet minimaal vier voorbeelden. 
Zie voor uitgebreide opdracht beschrijving en voor het inleveren google classroom.  

Slide 17 - Tekstslide

Jodendom
Maak een tijdlijn van de geschiedenis van het Joodsevolk naar aanleiding van paragraaf 3 uit je boek
Hierin verwerk je: Abraham, Izaak, Jakob, Jozef, Mozes, David en Jezus en de volgende gebeurtenissen:
de Exodus, de holocaust, de ballingschap, pogroms, de vernietiging van de tempel, joods-palestijns conflict, diaspora
Geef aan het einde kort weer wat er met de termen Exodus, Holocaust, Pogroms en Diaspora wordt bedoeld. 

Slide 18 - Tekstslide