Formuleren par. 5

Foutieve samentrekking
Huh, 2021
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Foutieve samentrekking
Huh, 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
1. Nakijken par. 3 en 4
2. Uitleg samentrekking
3. Foutieve samentrekking

Zodat je aan het eind van de les een foutieve samentrekking kan herkennen, verbeteren en voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is incongruentie?

Slide 3 - Woordweb

Opdracht 1 blz 238, 6-10 invullen (alleen wat je hebt veranderd)

Slide 4 - Open vraag

Opdracht 1 blz 239

Slide 5 - Tekstslide

Een voorbeeldzin
Jan is leraar en Jan is werkzaam op een andere school.

Dat kan korter:
Jan is leraar en Jan is werkzaam op een andere school.

Slide 6 - Tekstslide

Samentrekking
Weglaten van woorden die eerder ook al worden gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden
Wat je weglaat:
1. betekent precies hetzelfde
2. heeft dezelfde vorm
3. heeft dezelfde functie (zelfde zinsdeel)
4. staat op dezelfde plek t.o.v. de persoonsvorm

Slide 8 - Tekstslide

Terug naar het voorbeeld
Jan is leraar en Jan is werkzaam op een andere school.
1. 'Jan' betekent precies hetzelfde
2. Heeft dezelfde vorm (allebei enkelvoud)
3. Heeft dezelfde functie (allebei ond. en naamw.gez.ww.deel)
4. Staat allebei voor de persoonsvorm.

Slide 9 - Tekstslide

Een van de vier niet correct?
Dan heb je te maken met een foutieve samentrekking.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Eerst zet ik koffie en daarna de vuilnisbak buiten.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Eerst zet ik koffie en daarna de vuilnisbak buiten.

'zetten' van koffie is figuurlijk, iets buiten 'zetten' is letterlijk -> niet dezelfde betekenis dus.

Slide 12 - Tekstslide

Of
Peter kreeg een fiets voor zijn verjaardag en zijn zusjes een nieuwe smartphone.


Slide 13 - Tekstslide

Of
Peter kreeg een fiets voor zijn verjaardag en zijn zusjes een nieuwe smartphone.

Zijn zusjes kregen een nieuwe smartphone. -> Vorm niet hetzelfde.

Slide 14 - Tekstslide

Nog een
Hij ging met pensioen en werd een groot cadeau aangeboden.

Slide 15 - Tekstslide

Nog een
Hij ging met pensioen en werd een groot cadeau aangeboden.

werd hij een groot cadeau aangeboden? -> werd hem... -> niet hetzelfde zinsdeel.

Slide 16 - Tekstslide

De laatste
Met alle plezier wil ik je helpen en geef je graag een aanwijzing.

Slide 17 - Tekstslide

De laatste
Met alle plezier wil ik je helpen en geef je dus graag een aanwijzing.

wil ik & ik geef -> niet dezelfde volgorde.

Slide 18 - Tekstslide

Dus de aanpak:
1. Wat is weggelaten?
2. Voldoet het weggelaten deel aan alle eisen op blz. 240?
3. Nee, welke niet?
4. Verbeter de zin.

Slide 19 - Tekstslide

Jeffrey gaf zijn broer een boek en zijn moeder een fles wijn.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Ik heb een auto en daarmee veel gereden.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Het doet me goed om je te zien en ben blij dat het goed met je gaat.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

Mijn les Nederlands was vandaag weer geweldig en zal ik daarom niet snel vergeten.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Ze heeft haar vriendin opgebeld en gefeliciteerd met haar verjaardag.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk vrijdag
Lezen theorie blz. 240-241
Maken opdr 1, 2, 3 en 4 blz 241-242

Slide 25 - Tekstslide

Pluspunt van de les

Slide 26 - Open vraag

Welk onderdeel begrijp je het beste?
Dubbelop
Verwijzen
Incongruentie
Dat-alsconstructie
Foutieve samentrekking

Slide 27 - Poll

Ik wil nog meer oefenen met
dubbelop
verwijzen
incongruentie
dat-alsconstructie
foutieve samentrekking

Slide 28 - Poll

Ik geef de les een
010

Slide 29 - Poll

Cijfer voor je eigen werkhouding
010

Slide 30 - Poll