Oefeningen krachten (zelfstandig)

Je tekent een kracht van 5 N. Hoe lang moet de pijl dan zijn bij de schaal 1 N ≡ 3 cm?
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Je tekent een kracht van 5 N. Hoe lang moet de pijl dan zijn bij de schaal 1 N ≡ 3 cm?

Slide 1 - Open vraag

Je tekent een kracht van 9 N. Hoe lang moet de pijl dan zijn bij de schaal 18 N ≡ 3 cm?

Slide 2 - Open vraag

Je tekent een 16 cm lange pijl. Hoe groot is de kracht bij de schaal 3 N ≡ 4 cm?

Slide 3 - Open vraag

Je tekent een 23 cm lange pijl. Hoe groot is de kracht bij de schaal 15 N ≡ 40 cm?

Slide 4 - Open vraag

Op een vreemde planeet werkt er op een voorwerp met een massa van 2,3 kg een zwaartekracht van 46 N. Bereken de gravitatieversnelling op deze planeet.

Slide 5 - Open vraag

Een voorwerp met een massa van 26 kg ligt op Mars. Bereken de zwaartekracht op dit
voorwerp. (g=3.7N/kg)

Slide 6 - Open vraag

De zwaartekracht op een voorwerp dat zich op Mercurius bevindt is 9,3 N. Bereken de
massa van het voorwerp. (g=2.8N/kg)

Slide 7 - Open vraag

Een spiraalveer heeft in de ongespannen toestand een lengte van 12 cm. Hoe groot is
de uitrekking als de nieuwe lengte 15 cm is?

Slide 8 - Open vraag

Een spiraalveer rekt 5.0 cm uit als er een trekkracht van 2 N op werkt. Bereken de
veerconstante van de veer.

Slide 9 - Open vraag

Een spiraalveer met een veerconstante van 0,5 N/cm wordt 2,5 cm uitgerekt. Bereken
de kracht die hiervoor nodig is.

Slide 10 - Open vraag

Een spiraalveer met een veerconstante van 0,28 N/cm wordt met een kracht van 1,0 N uitgerekt tot een lengte van 12,0 cm. Bereken de lengte van de veer in ongespannen
toestand.

Slide 11 - Open vraag

Een verticaal opgestelde spiraalveer heeft ongespannen een lengte van 19 cm. Als er een massa van 408 gram aan hangt is de veerlengte 22 cm. Bereken de veerconstante van de veer.

Slide 12 - Open vraag

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?
A
150 N
B
650 N
C
-150 N
D
-650 N

Slide 13 - Quizvraag

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als de krachten in tegengestelde richting werken?
A
150 N
B
650 N
C
-150 N
D
-650 N

Slide 14 - Quizvraag

Kracht A is 300N en Kracht B is 600N.
Wat is de resultante kracht als de krachten met een hoek van 90 graden van elkaar staan?
A
300 N
B
600 N
C
Parallellogrammethode gebruiken
D
671 N

Slide 15 - Quizvraag