H2 Kracht herhalen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Krachten

Hoe groter de veerconstante van de veer, hoe stugger de veer, hoe groter de kracht die nodig is om hem uit te rekken.

1. Juist
2. Onjuist

Een spiraalveer met een veerconstante van
0,5 N/cm wordt 2,5 cm uitgerekt. Bereken de kracht die daarvoor nodig is.

1. 0,2 N
2. 2 N
3. 5 N
4. 1,25 N

Als veerconstante van een spiraalveer groter is,
dan kost het minder kracht om deze veer uit te rekken.

1. waar
2. niet waar

De veerconstante hangt niet af van de kracht

1. juist
2. onjuist

Je ziet de grafieken van drie veren, waarbij de kracht is uitgezet tegen de uitrekking.

Bereken de veerconstante van veer 1.

1. 0,25 N/m
2. 0,67 N/m
3. 1,3 N/m
4. mijn antwoord staat er niet tussen

Een veer rekt 20 cm uit als er een kracht van 100 N op werkt. Hoe groot is de veerconstante?

1. 0,002N/m
2. 0,05 N/m
3. 500 N/m
4. 5 N/m

Waar of niet waar? Een veer met een grotere veerconstante vergt meer kracht om uit te rekken.

1. Waar
2. Niet waar

Stel de kracht in op 50 N
Bij welke veerconstante is de uitrekking het grootst?

1. 100 N/m
2. 500 N/m

De veerconstante van een veer is bepaald op
C = 4 N/cm. De veer wordt door een kracht 5 cm uitgerekt. Hoe groot is de kracht?

1. F=​u​​C​​= 0.8 cm
2. F=C⋅u=20 N
3. F=​C​​u​​=1.25 cm
4. F=C⋅u=20 cm

Wat zou de veerconstante N/m zijn, bij een kracht van 1,40 N en een uitrekking van 2,3 cm

1. 3,22
2. 0,9
3. 0,61

Een veer heeft een veerconstante van 7,2 N/m. Door er een blokje aan te hangen rekt de veer 8,0 cm uit. Bereken de kracht op dit blokje in N.

1. 9 N
2. 90 N
3. 5,76 N
4. 0,576 N

Aan een krachtmeter hangt een gewichtje. Je leest een kracht van 8,3 N af. De veer van de krachtmeter rekt 4,6 cm uit.

Met welke uitwerking bereken je de veerconstante?

1. 
2. 
3. 
4. 

In welke van de volgende tekeningen is de resultante kracht (blauw) goed getekend?

1. 
2. 
3. 
4. 

De resultante kracht is

1. 60 N
2. 140 N
3. 100 N
4. 40 N

Wat is de resultante kracht?

1. 290 N rechts
2. 290 N links
3. 50 N rechts
4. 50 N links

Wat is de resultante kracht?

1. 490 N rechts
2. 490 N links
3. 150 N rechts
4. 150 N links

Hoe groot is de
resultante kracht?

1. 76 N naar rechts
2. 34 N naar links
3. 110 N naar links
4. 34 N naar rechts

Is de hefboom in evenwicht?

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

F1xL1=F2xL2

1. De hefboom is in evenwicht.
2. De hefboom is niet in evenwicht.

Wat voor soort hefboom is dit?

1. Een dubbele hefboom
2. Een enkele hefboom

De Cancrusher maakt gebruik van een hefboom. Door het handvat van deze hefboom naar beneden te bewegen wordt het blikje in elkaar geperst.
Wat is het draaipunt van deze hefboom?

1. Punt A
2. Punt B
3. Punt C

De hefboom is niet in evenwicht. Door er rechts één blokje bij te hangen kan de hefboom in evenwicht worden gebracht. In welk gaatje moet dit blokje rechts worden gehangen?

Is deze hefboom in evenwicht?

Toon met een berekening aan of deze hefboom in evenwicht is of niet.

bereken met de hefboom wet hoe groot F is. 

Hoeveel moment is er rechts tekort voor evenwicht?

1. 100N
2. 300Nm
3. 600Nm
4. 100Nm

Piet pakt een flesje alcoholvrij Grolsch.

Het flesje heeft een massa van 640 gram.

Om het flesje op te tillen moet de kracht van Piet gelijk zijn aan de zwaartekracht.

Hoeveel is dat?

F_spier

Hoe reken je de spierkracht uit?
[Piet pakt een Flesje van 640g]

1. 6.28
2. Fz=m*g Fz=0.64kg*9.81kg/N=6.28N
3. 0.64*9.81=6.28
4. 0.64*9.81=6.28 N

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet

1. Wrijvings- kracht
2. Zwaarte- kracht
3. Gravitatie- kracht
4. Span- kracht

Op de koorddanser werken twee krachten die elkaar opheffen.

Welke zijn dit ?

1. Kleefkracht, veerkracht
2. Veerkracht, spankracht
3. Spankracht, zwaartekracht
4. Zwaartekracht, luchtweerstand

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?

1. Magnetische kracht
2. Elektrische kracht
3. Zwaartekracht
4. Kleefkracht

Op welke massa werkt een zwaartekracht van 23 N?

1. 2,3 kg
2. 23 kg
3. 225 kg

Op de maan is de zwaartekracht 6x zo klein als op aarde. Wanneer je 48 kg weegt en je loopt op de maan dan is je massa daar

1. 48 kg
2. 8 kg
3. 5 kg
4. 42 kg

Hiernaast metingen aan 3 veren. Op de y-as staat kracht, op de x-as staat uitrekking. Van links naar rechts, veer 1-2-3.
Welke veer is het minst stug?

1. Veer 1.
2. Veer 2
3. Veer 3
4. Dat is met deze info niet te bepalen.

Welke veerunster bevat de sterkste veer.

1. linker
2. middelste
3. rechter

Aan een veer hangt massa van 5 kg.
De veer rekt door het gewicht 10 cm uit.
Hoe groot is de veerconstante van de veer?

1. C = Fv/u = 5 / 10 = 0,5 N/m
2. C = Fv/u = 50 / 10 = 5 N/m
3. C = Fv / u = 50 / 100 = 0,5 N/m
4. C = Fv/u = 50 / 0,10 = 500 N/m