2VWO Grammaire chapitre 3 (GL)

Chapitre 3
Nog 1x testen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 3
Nog 1x testen

Slide 1 - Tekstslide

78
35
141
252
999
cent-quarante-et-un
cent-cinquante-et-un
soixante-huit
deux-cent-cinquante-deux
soixante-dix-huit
neuf-cent-quatre-vingt-dix-neuf
trente-cinq
neuf-cent-soixante-neuf 

Slide 2 - Sleepvraag

Welk getal?
seize

Slide 3 - Open vraag

Welk getal?
vingt-sept

Slide 4 - Open vraag

Welk getal?
quatre-vingt-un

Slide 5 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
Ce/cette/ces

Slide 6 - Tekstslide

Aanwijzend vnw?
(Nederlands)

Slide 7 - Woordweb

Aanwijzend voornaamwoord
In het Nederlands dus deze, die, dit, dat. In het Frans:

Mannelijk enkelvoud (medeklinker):         CE                   garçon             Mannelijk enkelvoud (klinker):                     CET                ami
Vrouwelijk enkelvoud (altijd):                        CETTE          fille / amie
Meervoud (altijd):                                                CES               élèves

Slide 8 - Tekstslide

Kies de juiste vorm.
(Deze/die) vélo est à moi.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.
(Dit/dat) fille s'appelle Lola.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.
(Deze/die) parents sont stricts.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 11 - Quizvraag

VOULOIR & POUVOIR
Willen / Kunnen

Slide 12 - Tekstslide

POUVOIR (= kunnen, mogen)
Présent:
Je peux
Tu peux
Il/elle/on peut
Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/elles peuvent
Leer deze vormen uit je hoofd!

Slide 13 - Tekstslide

VOULOIR (= willen)
Présent:
Je veux
Tu veux
Il/elle/on veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent
Leer deze vormen uit je hoofd!

Slide 14 - Tekstslide


Je (vouloir) une baguette.

Slide 15 - Open vraag


Vous (vouloir) quoi?

Slide 16 - Open vraag

Les profs (pouvoir) attendre.

Slide 17 - Open vraag


Tu (vouloir) m'aider?

Slide 18 - Open vraag

Welk onderdeel moet jij nog goed leren voor de toets?

Slide 19 - Woordweb