woordsoorten brugklas oefenen

Woordsoorten oefenen

Wat is geen lidwoord?

1. de
2. het
3. één
4. een

czn

azn

zn-e

hek

uitspraken

Wibra

onderwijs

villa

inbrekers

Ferrari

april

Daniël

Welk zelfstandig naamwoord heeft geen meervoud?

1. reis
2. meisje
3. rijst
4. les

In welke zin staan drie zelfstandig naamwoorden?

1. Wie heeft die nieuwe film al gezien?
2. Mijn papagaai Lorre eet het liefst koekjes.
3. Macaroni met gehakt, paprika en tomaat is superlekker.
4. Alle leerlingen hebben keihard geleerd voor hun toets.

Benoem de lidwoorden en zelfst. naamwoorden.

Mijn lieve moeder zette altijd bloemen in de vensterbank.

Welke hoort er niet bij...
indianentent - vechtsporter - fabelmonster - vuurspuwend

1. indianentent
2. vechtsporter
3. fabelmonster
4. vuurspuwend

Van welk zelfstandig naamwoord kun je geen verkleinwoord maken?

1. onzin
2. ergenis
3. meester
4. rijst

concreet

abstract

maand

liefde

mama

armband

balpen

zweinstein

vrede

wenskaart

boom

hobbit

Welk BN hoort er niet bij?

1. aardig
2. rood
3. gouden
4. brood

het .... meisje

1. stoer
2. stoere

Welk bijvoeglijk naamwoord is stoffelijk?

1. aardig
2. rood
3. gouden
4. brood

Wanneer gebruik je woorden als IK, U, JULLIE, HEM, ONS?

1. als je dingen aanduidt
2. als je mensen aanduidt

HET

Let op met het woord "het"

Het kind ligt in de box = lidwoord

Het ligt te huilen = persoonlijk voornaamwoord

Het weer is opgeknapt = lidwoord

Het is weer mooi weer = persoonlijk voornaamwoord

HUN

HUN is nooit het onderwerp 

Hun lopen op straat = fout          Zij lopen op straat

Hun deden niets = fout            Zij deden niets

Hun maakten ruzie= fout          Zij maakten ruzie

HUN = meewerkend voorwerp

Ik geef hun bloemen.

Ik stuur hun een kaart.

Ik geef hun de eerste keus.

HEN

Hen is alleen lijdend voorwerp of na een voorzetsel.

Ga je hen helpen  vandaag?

Heb je aan hen de weg gevraagd

Waarom gaat deze Nederlandse vestiging sluiten?
Nederlandse =

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. hulpwerkwoord
4. zelfstandig werkwoord

Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. lidwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Wij hebben ons vergist.
wij =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Die rode fiets is van jou.

jou =

1. een bezittelijk voornaamwoord
2. een bijvoeglijk naamwoord
3. een persoonlijk voornaamwoord

Heb jij je dat wel eens afgevraagd?
jij=

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord