wiskunde 4.5 omgekeerd evenredig

4.5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

35% = ...
A
0,3
B
0,35
C
3,5
D
35

Slide 7 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
25 : 125 =
A
1 : 25
B
25 : 5
C
25 : 1
D
1 : 5

Slide 8 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

A
Evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Geen van beide
D

Slide 9 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Hoeveel procent
is 80 van 320?
A
20%
B
24,5%
C
25%
D
30%

Slide 10 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
0,0015 = ...
A
0,015%
B
0,15%
C
1,5%
D
15%

Slide 11 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

A
Evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Geen van beide
D

Slide 12 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
60% is 30 fietsen.
Hoeveel fietsen zijn er totaal (100%)?
A
5 fietsen
B
18 fietsen
C
50 fietsen
D
180 fietsen

Slide 13 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
35 : 245 =
A
1 : 35
B
5 : 35
C
35 : 5
D
1 : 7

Slide 14 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
25% van 600 =
A
1500
B
150
C
15
D
1,5

Slide 15 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
70% van een klas van 30 leerlingen draagt sportschoen. Hoeveel leerlingen dragen sportschoenen?
A
7
B
21
C
30
D
210

Slide 16 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

A
Evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Geen van beide
D

Slide 17 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Hoeveel procent
is 5 van 50?
A
1%
B
10%
C
2,5%
D
25%

Slide 18 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
15% van 300 =
A
4500
B
450
C
45
D
4,5

Slide 19 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
50% zijn 150 iPads.
Hoeveel iPads zijn er totaal (100%)?
A
30 iPads
B
300 iPads
C
75 iPads
D
750 iPads

Slide 20 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

A
Evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Geen van beide
D

Slide 21 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Hoeveel procent
is 15 van 300?
A
2%
B
4,5%
C
5%
D
20%

Slide 22 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.