M2H1 - De start

M2H1 - De start
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

M2H1 - De start

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Geef een ander woord voor ondernemingsplan.

Slide 3 - Open vraag

In welk onderdeel van het ondernemingsplan kan je iets terug vinden over de verwachte opbrengsten?
A
Marktanalyse
B
Marketingplan
C
Missie, visie en strategie
D
Financieel plan

Slide 4 - Quizvraag

In welk onderdeel van het ondernemingsplan kan je info vinden over de gekozen ondernemingsvorm?
A
Omschrijving van je idee
B
Persoons- en ondernemingsgegevens
C
Marketingplan
D
Marktanalyse

Slide 5 - Quizvraag

In welk onderdeel van het ondernemingsplan kan je terugvinden wat je wil betekenen voor de aandeelhouders?
A
Persoons- en ondernemingsgegevens
B
Marktanalyse
C
Missie, visie en strategie
D
Marketingplan

Slide 6 - Quizvraag

In welk onderdeel van het ondernemingsplan kan je terug vinden dat de onderneming een enquête zal afnemen bij mogelijke klanten?
A
Marketingplan
B
Missie, visie en strategie
C
Marktanalyse
D
Financieel plan

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Bij de opstart van een eenmanszaak is een notariële akte vereist.
A
juist
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

In een Besloten Vennootschap ben je bij een faillissement onbeperkt aansprakelijk.
A
juist
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Geef de ondernemingsvorm(en) waarbij een startkapitaal vereist is.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Waarom zijn beide totalen in een balans aan elkaar gelijk?

Slide 13 - Open vraag

Wat plaats je aan de linkerkant van de balans?

Slide 14 - Open vraag

Wat plaats je aan de rechterkant van de balans?

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn energiekosten?
A
investeringen
B
lopende uitgaven
C
vreemd vermogen
D
leveranciers

Slide 16 - Quizvraag

Geef een ander woord voor de eigen inbreng van een ondernemer.

Slide 17 - Open vraag

Waar in de balans plaats je een investeringskrediet?
A
bezittingen
B
investeringen
C
vreemd vermogen
D
eigen vermogen

Slide 18 - Quizvraag

Intresten op leningen die je moet betalen plaats je onder 'lopende uitgaven'.
A
juist
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Uitstel van betaling van een leverancier plaats je onder de leningen op lange termijn.
A
juist
B
fout

Slide 20 - Quizvraag