Chapitre 3B + herhalen getallen

Wat weten we al van unité 2?


Chapitre 3 B 

Prends ton livre A
et ton iPad! 




1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weten we al van unité 2?


Chapitre 3 B 

Prends ton livre A
et ton iPad! 




Slide 1 - Tekstslide

Buts
-Je kunt een tekst over sneakers begrijpen.
-Je kent woorden die te maken hebben met kleding
-Je kent de getallen tot 1000 uit je hoofd! (KAHOOT einde les)

-Vocabulaire B, page cent-vingt-huit 
-Lire ensemble "Les baskets" page cent-trois.
-Samen 10 doen (huiswerk 11, 12, 13d)

Slide 2 - Tekstslide

Prends ton cahier (schrift) de français et ton iPad sur ta table (fermé/gesloten)

Slide 3 - Tekstslide

Nombres 0-1000 en français

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

getallen 20 t/m 69 
tiental + eental, net als in het Engels
bijv. 23 = vingt-trois  / 56 = cinquante-six (streepje!!)

-Bij 21, 31, 41, 51, 61:
vingt-et-un, trente-et-un, quarante-et-un, cinquante-et-un, soixante-et-un 
Daarna gebruik je geen -et- meer. 

Slide 6 - Tekstslide

Dan 70-100
70 = soixante-dix = 60 + 10
80 = quatre-vingts = 4 x 20
90 = quatre-vingt-dix = 4 x 20 + 10
100 = cent   /  200 = deux cents 

Slide 7 - Tekstslide

70-79
70 = soixante-dix 
71 = soixante-et-onze
72 = soixante-douze 
etc..

Slide 8 - Tekstslide

80-89
80 = quatre-vingts
81 = quatre-vingt-un (geen -et-!!)
82 = quatre-vingt-deux
etc..

Slide 9 - Tekstslide

80-89
80 = quatre-vingts
81 = quatre-vingt-un (geen -et-!!)
82 = quatre-vingt-deux
etc..

Slide 10 - Tekstslide

90-99
80 = quatre-vingt-dix
81 = quatre-vingt-onze (geen -et-!!)
82 = quatre-vingt-douze
etc..

Slide 11 - Tekstslide

100-1000
100 = cent
200 = deux-cents
201 = deux-cent-un
734 = sept-cent-trente-quatre 
1000 = mille

Slide 12 - Tekstslide

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de liniaal.
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 13 - Sleepvraag

huit
douze
quatorze
quatre
un

Slide 14 - Sleepvraag

wat is soixante-treize?
A
63
B
83
C
73
D
93

Slide 15 - Quizvraag

Wat is soixante-cinq?
A
65
B
85
C
75
D
95

Slide 16 - Quizvraag

Wat is quatre-vingts?
A
60
B
80
C
70
D
90

Slide 17 - Quizvraag

Wat is quatre-vingt-un?
A
61
B
81
C
71
D
91

Slide 18 - Quizvraag

Wat is quatre-vingt-dix-neuf?
A
69
B
89
C
79
D
99

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf uit 259

Slide 20 - Open vraag

Schrijf uit 399

Slide 21 - Open vraag

Schrijf uit 512

Slide 22 - Open vraag

Schrijf uit 625

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
-Leren getallen 0-1000 (uit je hoofd)
-Leren vocabulaire A
-maken 9, 11, 12A

11a: Achterhaal de vertaling van het onderstreepte woord uit de tekst.
11b: Lees de beschrijving en zoek het juiste Franse woord op. 
12a: Zet het gesprek in de juiste volgorde.

Slide 25 - Tekstslide