6.3: De macht van vorsten

6.3: De macht van vorsten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3: De macht van vorsten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Bespreken opdrachten 6.3
  • afronden paragraaf 6.3: De machtige kerk
  • 6.4: De macht van Vorsten
  • aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... Kun je uitleggen hoe de Duitse vorsten bisschoppen kozen en hoe het kwam dat de paus hier een probleem mee kreeg.
... Kun je uitleggen waar de investituurstrijd over ging en hoe dit eindigde.
... Kun je uitleggen wat de begrippen: staatsvorming, centralisatie en derde stand inhielden.
... Kun je uitleggen hoe vorsten in Duitsland, Engeland en Frankrijk steeds machtiger werden.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 6.3

Slide 4 - Tekstslide

Afsluiting 6.3:

Slide 5 - Tekstslide

6.3: De macht van vorsten
  • Hoe Duitse koningen minder machtig werden.
  • Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten meer macht kregen.
  • Hoe vorsten samenwerkten met de drie standen.

Strijd tussen kerk en staat, begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 6 - Tekstslide

Het Duitse Rijk:
  • Koningen gekozen door vier hoge edelen en drie bisschoppen --> Keurvorsten.
  • positie van hoge edelen was erfelijk, de positie van koning niet.
  • na de dood van een bisschop koos de koning een nieuwe  -----> investituur

Slide 7 - Tekstslide

Investituurstrijd: 
  • Koning koos een bisschop die hem trouw was, hierdoor waren ze trouwer aan de koning dan aan de paus.
  • pausen waren tegen deze benoeming.
  • In 1075 werd door de paus besloten dat alleen pausen bisschoppen mochten benoemen.

Slide 8 - Tekstslide

Investituurstrijd:
Strijd tussen kerk (paus) en staat (koning) over de benoeming van bisschoppen. Eindigde in 1122 met een overwinning voor de paus. 

De Duitse koning verloor hierdoor veel macht.

Slide 9 - Tekstslide

Engelse en Franse koningen:
  • Verdienden veel met belastingen van steden en stadsrechten.
  • nemen ambtenaren in dienst voor bestuur en rechtspraak.
  • geld uitgeven aan een groot eigen leger, minder steun nodig van leenmannen.
  • Koningen besturen het land als eenheid -->staatsvorming

Slide 10 - Tekstslide

Engelse en Franse koningen:
  • Invoeren van wetten en koninklijke rechtbanken door het hele land.
  • Besturen vanuit één centrale plek --> centralisatie

Slide 11 - Tekstslide

De drie standen? (vorige hoofdstuk)

Slide 12 - Open vraag

De drie standen:
  • Burgers betaalden belasting en voor stadsrechten.
  • Burgers wilden inspraak, hun mening geven als er een besluit werd genomen.
  • Burgers als derde stand  naast adel en geestelijkheid.
  • vertegenwoordigers van de standen werden bijeen geroepen als een koning advies of geld nodig had.

Slide 13 - Tekstslide

Engeland: Parlement

Frankrijk en de Nederlanden:
Staten-Generaal 

Slide 14 - Tekstslide

aan de slag
lees de tekst van het werkblad en maak daarna de opdrachten.

Slide 15 - Tekstslide