Les 6 Afval en Uitval

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Terugblik vorige les (10 min)
  2. Lesdoelen (5 min)
  3. Theorie (35 min)
  4. Pauze (15 min)
  5. Controlevragen (5 min)
  6. Inoefening (werkvorm) (40 min)
  7. Afsluiting/vooruitblik (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Kostprijsfiche
  • VVP
  • Grondstoffenverbruik
  • Kaartprijs

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel % voedselverspilling denk je dat de horeca heeft?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • Kun je uitleggen wat de begrippen afval en

uitval betekenen

  • Heb je kennis genomen van de tips om afval te beperken
  • Weet je wat uitval betekent voor je kostprijs
  • Kun je tijdens de praktijk rekening houden met het produceren van zo min mogelijk afval

Slide 6 - Tekstslide

Afval

Bij de productie heeft men vaak meer grondstof nodig dan er in het uiteindelijke product terecht komt.


Deze verloren grondstof =

afval

Slide 7 - Tekstslide

Netto hoeveelheid grondstof
Netto hoeveelheid grondstof = het gewicht dat in het gerecht is terug te vinden

Slide 8 - Tekstslide

Bruto hoeveelheid grondstof
Bruto hoeveelheid grondstof = het gewicht dat er aan grondstof in totaal is verbruikt bij het bereiden van het gerecht

Slide 9 - Tekstslide

Brutogrondstofkosten

Deze worden in de kostprijs van een product opgenomen en dus aan de gast doorberekend

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld

Kabeljauw (25 % is graat en vel)


Netto =      120 gram     =       75 %

Afval =         40 gram     =       25 %

Bruto =          ?  gram     =     100 % 


Brutohoeveelheid = 160 gram (brutogrondstofkosten)

Slide 11 - Tekstslide

Uitval

Bij ieder productieproces worden enkele producten afgekeurd.


Afgekeurde producten = uitval

Slide 12 - Tekstslide

Uitvalpercentage

De gestelde norm van het uitval = uitvalpercentage


De van tevoren vastgestelde norm moet in de kostprijs worden opgenomen.


Het aantal dat waarschijnlijk uitvalt = normatieve uitval

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld

Van iedere 100 menu's wordt 5% afgekeurd.

95 menu's worden verkocht. Een menu kost € 15 aan brutogrondstoffen en arbeid.


100 x € 15 = € 1500

€ 1500 : 95 = € 15,80

Gast betaald 80 cent meer vanwege de uitval

 

Slide 14 - Tekstslide

Tips voor in de keuken
  • Koken met restproducten
  • Orgaanvlees
  • Aardappelen in schil
  • Bouillon trekken van schillen
  • Schillen roosteren
  • Creatief met garnering
  • Gebruik je voorraad

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kijkvraag: voor hoeveel mensen produceren we voedsel?
A
7 miljard
B
10 miljard
C
12 miljard
D
15 miljard

Slide 17 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel mensen leven er op de aarde?
A
7 miljard
B
10 miljard
C
12 miljard
D
15 miljard

Slide 18 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel mensen op aarde lijden honger?
A
150 miljoen
B
475 miljoen
C
850 miljoen
D
925 miljoen

Slide 19 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel euro wordt er in Nederland aan voedsel verspild?
A
1,1 miljard
B
2,2 miljard
C
3,3 miljard
D
4,4 miljard

Slide 20 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel % gaat er bij het zaaien en oogsten verloren?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 21 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel % gaat er bij de industrie verloren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
25%

Slide 22 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel % gaat er bij de supermarkten verloren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
25%

Slide 23 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel % gaat er bij de horeca verloren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
25%

Slide 24 - Quizvraag

Kijkvraag: hoeveel % gaat er bij de huishoudens verloren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
25%

Slide 25 - Quizvraag

Praktijk: No food waste

- Koken met de blackbox

- Maak een gerecht in tweetallen

- Gebruik zoveel mogelijk van

de blackbox

- Aan het eind wordt jullie afval gewogen

- De groep met het minste gewicht aan

afval wint!

timer
40:00

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk

Maken:


  • Boek: Financieel management
  • H 6 Afval en uitval
  • Opdrachten: 1 t/m 16



Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • Kun je uitleggen wat de begrippen afval en

uitval betekenen

  • Heb je kennis genomen van de tips om afval te beperken
  • Weet je wat uitval betekent voor je kostprijs
  • Kun je tijdens de praktijk rekening houden met het produceren van zo min mogelijk afval

Slide 28 - Tekstslide

Vooruitblik op de volgende les

- Wanneer is de eerst volgende

   theorieles?


- Boek: Financieel management


- H 7 Kaartprijs

Slide 29 - Tekstslide