Bijeenkomst 2 - Aanvankelijk technisch lezen - 1

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Leesontwikkeling 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactievaardigheden
  • Bekijk het filmpje.
  • Beoordeel de interactievaardigheden van de leerkracht. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactievaardigheden
  • Bekijk het filmpje.
  • Beoordeel de interactievaardigheden van de leerkracht.
  • Vergelijk jouw beoordeling met die van een medestudent.  
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging er goed?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liet de leerkracht nog kansen liggen volgens jou?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

  • Voor je kleuterstage vooral de weg ernaartoe. 

Slide 9 - Tekstslide

Bij de weg daarnaartoe (naar het aanvankelijk lezen) hoort dat je weet hoe je het fonologisch en fonemisch bewustzijn kunt stimuleren. Deze informatie kun je dus ook gebruiken bij je stageopdracht.

Slide 10 - Video

3.23-5.55 ongeveer
Wat roept het fragment bij je op?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Verschillende soorten lezen onderscheiden:
  •  voor de duidelijkheid: we hebben het hier over de techniek van het lezen.
Waar gaan we het over hebben?
  • Technisch lezen: de vaardigheid om geschreven taal om te zetten in gesproken taal. Je kunt de tekst voorlezen: verklanken of innerlijk verklanken: voor jezelf lezen (je hoort de klanken in je hoofd).
  • Begrijpend lezen: Het achterhalen van de betekenis van de tekst.
  • Belevend lezen: de betrokkenheid van de lezer staat centraal. Bij belevend lezen kun je je inleven in de personages die spelen in het verhaal. Ook wel leesbevordering genoemd.
  • Expressief en vloeiend lezen. Het leggen van bepaalde accenten in een zin. Denk aan goede uitspraak, zinsmelodie, de juiste afwisseling in leestempo. De term vloeiend lezen zul je vaker horen in de klas. Het kind heeft deze vaardigheid onder de knie als hij zo snel en met begrip en expressie kunnen lezen. Dus decoderen en begrijpen tegelijk.

Slide 13 - Tekstslide

En we gaan het hebben over aanvankelijk lezen en de voorbereiding daarop
Voorbereidend lezen: Alle activiteiten die kinderen voorbereiden op het lezen. De term beginnende geletterdheid hangt aan het voorbereidend lezen vast. Voor het voorbereidend lezen vindt de volgende ontwikkelfase in geletterdheid plaats: ontluikende geletterdheid. Dit is de fase van o tot en met 4 jaar. Kinderen leren spontaan, de focus is vooral op de mondelinge taalontwikkeling. Er wordt in deze fase veel taal geleerd via interactie met ouders en opvoeders. Lezen, ofwel proberen te lezen gebeurt spontaan, bijvoorbeeld een boekje voorlezen zonder de letters te kunnen lezen maar adhv de plaatjes toch een verhaal kunnen verzinnen. De beginnende geletterdheid heeft betrekking op de ontwikkeling van groep 1 t/m 3. Door verschillende activiteiten/spelletjes rond lezen ontwikkelt de geletterdheid van het kind verder.
Aanvankelijk lezen: De fase waar de kinderen alle letters leren en zich bezighouden met het aanleveren van de leestechniek.
Voortgezet lezen: Kennen de kinderen alle letters? Dan kom je in de fase voortgezet lezen. Zowel technisch lezen als begrijpend lezen vallen onder het voortgezet lezen. Ook wel de fase van de gevorderde geletterdheid genoemd. Stellen en het schrijven van teksten komt ook kijken in deze fase van geletterdheid.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet een kind weten en doen om een woord te kunnen lezen?

Slide 15 - Open vraag

Wat heb je gedaan?
Wat moet je nu precies kunnen om te leren lezen?
Foneem-grafeem-koppeling
Elementaire leeshandeling
Vaardigheden
Hoe oefen je die in de kleuterklas?
Fonemisch fonologisch bewustzijn

Slide 16 - Tekstslide

s p o r t --> sport
b a n t --> band
r aa d i j oo --> radio
k r a p --> krab
s oe p --> soep 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Klankzuivere woorden zijn woorden waarbij elke klank (foneem) door een eigen grafeem geschreven wordt. Een grafeem is een letter of een combinatie van letters zoals ‘aa’, ‘oe’, ‘ng’ etc. Als je de klanken die met de grafemen geschreven zijn aan elkaar plakt, hoor je het woord.

--> Discussie over klankzuiverheid: https://syboor.eu/woordjes/artikelen/klankzuiver

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide


  • Auditieve objectivatie: kinderen zien woorden als een apart object los van de betekenis. Ze weten dat potlood een langer woord is dan pen, zonder dat het object (potlood) zelf noodzakelijk langer is dan een pen.
  • Auditieve discriminatie: verschillende klanken kunnen onderscheiden.
  • Auditieve analyse: het opdelen van woorden in aparte klanken.
  • Auditieve synthese: het samenvoegen van klanken tot een woord.
  • Temporeel ordenen: klanken of woorden in een bepaalde volgorde onthouden – bijvoorbeeld kat ipv tak

  • Visuele discriminatie: het verschil zien tussen verschillende afbeeldingen, woorden en letters (vaak verward de –b en de – d)
  • Visuele analyse: afzonderlijke grafemen in een woord herkennen.
  • Visuele synthese: het samenvoegen van grafemen (helpt om hardop te verklanken -> auditieve analyse).
  • Spatieel ordenen: ordenen van links naar rechts.
  • Letterpositie bepalen: plaats van letter in woord bepalen: andere visuele vaardigheden zijn hier voor nodig. Daarnaast is ook kennis nodig van de begrippen voor, midden en achter.

https://www.lesintaal.nl/documents/doc_32728.htm

https://www.lesintaal.nl/documents/doc_32729.htm 

Slide 21 - Tekstslide

https://www.lesintaal.nl/platform_taaldidactiek/3_beginnende_geletterdheid/praktijk/10_een_methodeles_aanvankelijk_lezen_groep_3.htm 
Welke deelvaardigheid wordt geoefend?
Wat hoor je achteraan in /ruit/?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke deelvaardigheid wordt geoefend?
Hoor je twee keer hetzelfde woord of niet? /bak/ en /pak/

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke deelvaardigheid wordt geoefend?
Hoeveel klanken hoor je in het woord keukenkastje?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke deelvaardigheid wordt geoefend?
Ik zeg een zinnetje, jij zegt het na.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke deelvaardigheid wordt geoefend?
Kleur de letters die samen het woord 'kat' vormen.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies één of enkele deelvaardigheden. 

Bedenk in je groepje een opdracht waarmee je de deelvaardigheden oefent. 

Denk breder dan een werkblad!


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies