Persoonlijk voornaamwoord, 16 maart

Persoonlijk Voornaamwoord
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Persoonlijk Voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord:
Vanmiddag gaan we zwemmen in het meer.
A
gaan
B
zwemmen
C
we
D
in

Slide 4 - Quizvraag

persoonlijk voornaamwoord:
Soms heeft hij geen zin om huiswerk te maken.
A
hij
B
soms
C
maken
D
huiswerk

Slide 5 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord:
Weten jullie hoe onze unit heet?
A
hoe
B
onze
C
jullie
D
heet

Slide 6 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord:
Hij vertelde een leuke grap.
A
hij
B
leuke
C
een
D
grap

Slide 7 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord:
Weet u waar ik de ingang van de school kan vinden?
A
u
B
ik
C
van
D
u, ik

Slide 8 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord:
Willen jullie hem naar huis brengen?
A
willen
B
jullie, hem
C
jullie
D
naar

Slide 9 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord:
Ik weet niet hoe dit gebeurd is.
A
ik
B
niet
C
hoe
D
is

Slide 10 - Quizvraag

persoonlijk voornaamwoord:
Ik zie ze nu rennen door het bos.
A
ik
B
ik ,ze
C
rennen
D
ze

Slide 11 - Quizvraag