Termin vereinbaren

• Duits
• MBO
• Studiejaar 2

Bekijk het plaatje. Wat denk jij waar deze les over gaat?

Onderwerp les 1: 'Einen Termin vereinbaren'

Leerdoelen: Na deze les kan jij:

-Duitse woorden met 'u' correct uitspreken

-Duitse woorden met 'g' correct uitspreken

-De weekdagen in het Duits benoemen

-Woorden mbt  'afspraak maken' vertalen (NL/D-D/NL)

-Woorden mbt 'afspraak maken' in zinnen toepassen

-De kloktijden in het Duits benoemen

-Een dialoog voeren in het Duits en een telefonisch afspraak maken 

Welke Duitse woorden met betrekking tot 'afspraak maken' ken jij al?

Hoe kan jij een afspraak maken? Noem de hulpmiddelen in het Duits.

Hoe heten de weekdagen in het Duits?

Letter G wordt in het Duits net zoals in het Engels uitgesproken. Bijvoorbeeld: great-großartig, flag - die Flagge, to go - gehen

Den Sonnabend und den Sonntag nennt man auch das ...........

1. Woche
2. Wochenende
3. Anfang der Woche
4. Wochenmitte

Der Tag nach dem Wochenende ist der ......

1. Montag
2. Dienstag
3. Mittwoch
4. Donnerstag

Welcher Tag ist die Mitte der Woche? Der ........

1. Dienstag
2. Mittwoch
3. Donnerstag
4. Freitag

Die ....... hat sieben Tage.

1. Tage
2. Woche
3. Monate
4. Jahre

Letter u/U wordt in het Duits als 'oe' uitgesproken zoals in het woordje koe of moe.

01.00 Uhr

12.15 Uhr

08.45 Uhr

15.35 Uhr

12.30 Uhr

11.40 Uhr

16.10 Uhr

Es ist eins/ein Uhr.

Es ist Viertel nach zwölf.

Es ist Viertel vor neun.

Es ist kurz nach halb vier.

Es ist halb eins.

Es ist zwanzig vor zwölf.

Es ist zehn nach vier.

quizlet.com

De beoordelingskaart gesprekken voeren vindt jij op Teams/bestanden.