Muziek 3 Mavo - Periode 3

Periode 3: het orkest
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Periode 3: het orkest

Slide 1 - Tekstslide

Het orkest bestaat uit verschillende groepen:
- Strijkinstrumenten (viool, altviool, cello, contrabas)
- Houtblazers (dwarsfluit, klarinet, hobo, fagot)
- Koperblazers (trompet, trombone, hoorn)
- Slagwerk (pauken en andere slaginstrumenten)
Bekijk het instrumentenoverzicht in Teams

Slide 2 - Tekstslide

Strijkinstrumenten:
op de viool en de cello kun je strijken en je kunt 'plukken' aan de snaren: dat noemen we pizzicato

Slide 3 - Tekstslide

Polyfonie

Een meerstemmige compositietechniek waarin de stemmen onafhankelijk van elkaar zijn qua ritme; het ritme is ongelijk. Je hoort de woorden/het ritme door elkaar. (Letterlijk: ‘veel klanken’).





Homofonie

(Letterlijk: ‘gelijke klanken’). Een meerstemmige compositietechniek waarin alle stemmen hetzelfde ritme hebben. De stemmen zingen/spelen ieder hun eigen melodie maar je hoort de woorden/het ritme tegelijkertijd.

Slide 4 - Tekstslide

Het koor
Een koor is een groep zangers die samen zingen. Je kunt ze in vier groepen verdelen: 
- sopraan (hoge vrouwenstem)
- alt (lage vrouwenstem)
- tenor (hoge mannenstem)
- bas (lage mannenstem)

We kunnen zingen op woorden, maar we kunnen ook zingen op klank.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Motief en variatie
We hebben deze periode ons eigen motief geschreven. Op een motief kun je een variatie maken.
Een variatie is  het een- of meerdere keren herhalen van een muzikaal thema, motief of idee in iets andere vorm dan het origineel.

Slide 7 - Tekstslide

Componeren
Het schrijven van muziek. De componist is de persoon die de muziek voor het orkest heeft geschreven.




Slide 8 - Tekstslide

Voor en nazin
In muziek bestaat een thema vaak uit twee muzikale zinnen van ongeveer gelijke lengte.
Het eerste deel noemen we
de  voorzin: de introductie. Daarna komt de nazin: als conclusie van de melodie.


Slide 9 - Tekstslide

De Marimba

Percussie of slagwerk zijn tot nu toe instrumenten geweest waar we ritmes op spelen. In een orkest komt ook melodisch slagwerk voor: slagwerk instrumenten waar je ook melodieen op kunt spelen. De Marimba is hier een goed voorbeeld van

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Muziek omschrijven
Muziek vergelijken - to compare
Als je twee fragmenten met elkaar moet vergelijken kun je iets zeggen over:
- Toonhoogte: bijv. melodie 1 is hoger dan melodie 2
- Toonduur (ritme): bij melodie 1 worden snellere notenwaarden gebruikt dan bij melodie 2.
- Tempo: melodie 1 is sneller dan melodie 2

Slide 12 - Tekstslide

Klavecimbel
Voordat de piano bestond was er de klavecimbel.

Een klavecimbel is een snaarinstrument dat met toetsen bespeeld wordt, vergelijkbaar met een vleugelpiano, maar het klonk nog heel anders.
Bekijk de video in de volgende slide.

Slide 13 - Tekstslide



Hier zie je een videofragment van de klavecimbel samen met een strijkorkest.

Slide 14 - Tekstslide