Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
De Kern 1.5 en 1.6 productie
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
OPDRACHT
Een ondernemende indiaan start een kano-bedrijf. Hij produceert en verkoopt authentieke houten kano's.
Je krijgt 2 minuten de tijd om 5 dingen te noteren die hij nodig heeft (mag een product zijn, maar hoeft niet)
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
Antwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
je leert wat het begrip productie inhoudt (in enge en in ruime zin)
Je leert wat productiefactoren en de beloningen hiervoor zijn
je leert het verschil tussen arbeidsintensieve productie en kapitaalintensieve productie
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Produceren
Het maken van goederen of het leveren van diensten
Slide 6 - Tekstslide
Produceren
Het geschikt(er) maken van goederen voor gebruik
Slide 7 - Tekstslide
Productie in enge zin
Productie vindt plaats tegen betaling
Slide 8 - Tekstslide
Productie in ruime zin
De productie hoeft niet per se tegen betaling plaats te vinden
Bedenk twee voorbeelden van productie in ruime zin (maar niet in enge zin)
Slide 9 - Tekstslide
Productiefactoren
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Kapitaal:
alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.
Arbeid:
de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren
Natuur:
Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas
Ondernemerschap:
de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.
Slide 10 - Tekstslide
Oorspronkelijke/afgeleide productiefactoren
Arbeid en natuur noem je oorspronkelijke productiefactoren
Deze zijn nodig om de afgeleide productiefactor kapitaal te maken.
Slide 11 - Tekstslide
Vergoeding voor de productiefactoren
K
apitaal
A
rbeid
N
atuur
O
ndernemerschap
huur, rente
loon
(loon in natura)
pacht
winst
Slide 12 - Tekstslide
In het verleden was het kanobedrijf
arbeidsintensief
Arbeidsintensief:
bedrijven met hoge arbeidskosten, omdat de productie daar vooral tot stand komt door menselijke arbeid (vaak dienstverlenende bedrijven).
Arbeidsintensief of kapitaalintensief?
Tegenwoordig is het kanobedrijf
kapitaalintensief
Kapitaalintensief:
bedrijven die in verhouding veel gebruik maken van kapitaalgoederen. Zij hebben ook hoge afschrijvingskosten.
Slide 13 - Tekstslide
Wie produceren?
- individuen
- bedrijven
- overheid
Slide 14 - Tekstslide
Hoe produceert de overheid? Voorbeelden:
- aanleg van stadparken
- aanleg van wegen
- politie
- leger
- brandweer
- rechtspraak
Slide 15 - Tekstslide
Wie consumeren?
- individuen
- bedrijven
- overheid
Slide 16 - Tekstslide
Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen vooral het werk.
B
Machines doen vooral het werk.
Slide 17 - Quizvraag
Hoe produceert een wijkverpleegkundige?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief
Slide 18 - Quizvraag
Waar hebben we het over gehad
Productie (in enge en in ruime zin)
Productiefactoren en de beloningen hiervoor
Arbeidsintensieve en kapitaalintensieve productie
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H7 eco informele en formele productie
May 2025
-
30 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H7 eco informele en formele productie
July 2025
-
35 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
leerjaar 3 hst 5 les1
March 2020
-
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3.1 Wat kost het?
December 2018
-
41 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.4 de productie van behang
November 2024
-
7 slides
1.1 Produceren
May 2025
-
7 slides
6.1 Hoe produceer je?
November 2022
-
34 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.1 Hoe produceer je?
January 2022
-
34 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld