Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
BSR 8/5 1bka Grammatica woordsoorten 2+4
Lees de theorie op blz. 200 en 204.
Maak de startopdracht
.
Klaar? Start alvast aan paragraaf 5.2
Startopdracht:
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
5:00
§2
Persoonsvorm
§4
Onderwerp
Noteer van onderstaande zin de persoonvorm en het onderwerp. Schrijf ook op hoe je deze hebt gevonden.
'Op maandag 5 mei werd in Nederland de vrijheid gevierd.'
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lees de theorie op blz. 200 en 204.
Maak de startopdracht
.
Klaar? Start alvast aan paragraaf 5.2
Startopdracht:
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
5:00
§2
Persoonsvorm
§4
Onderwerp
Noteer van onderstaande zin de persoonvorm en het onderwerp. Schrijf ook op hoe je deze hebt gevonden.
'Op maandag 5 mei werd in Nederland de vrijheid gevierd.'
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden op drie verschillende werken.
Je kunt het onderwerp in een zin vinden.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
In deze les gaan we:
Starten met een nieuw hoofdstuk (grammatica woordsoorten);
de uitleg behandelen van
paragraaf 2
en 4
(en hierbij aantekeningen maken);
Opdrachten maken.
Afronden en terugblikken.
Slide 3 - Tekstslide
Alle paragrafen met
ZD
voor de paragraaf behandelen we de komende tijd. De paragrafen met
WS
behandelen we later dit jaar.
Slide 4 - Tekstslide
Je kunt de persoonsvorm in een zin op
drie
manieren vinden.
Schrijf mee in je schrift, maak aantekeningen!
Slide 5 - Tekstslide
De tijdproef
1) Verander de zin van tijd.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Naud
wil
in het weekend geen huiswerk maken.
Naud
wilde
in het weekend geen huiswerk maken.
Slide 6 - Tekstslide
De vraagproef
2) Maak van de zin een vraag.
Het werkwoord dat dan vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Alette, Hester en Fenna
hebben
woensdag ingehaald.
Hebben
Alette, Hester en Fenna woensdag een toets ingehaald?
Slide 7 - Tekstslide
De getalsproef
3) Verander
het getal
(het aantal) van de zin. Het gaat dan niet meer om één persoon, maar bijvoorbeeld om twee.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Hiddo
zat
tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
Hiddo en Wout
zaten
tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
Slide 8 - Tekstslide
"De docent behandelt grammatica zinsdelen met negentwintig leerlingen."
Wat is de persoonsvorm?
Slide 9 - Open vraag
Welke van de drie manieren heb jij bij de vorige vraag gebruikt om de persoonsvorm te vinden?
Slide 10 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm ?
De persoonsvorm
Mijn voetbal
is
gevallen
in de sloot
Slide 11 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Wie
heeft
jou
gisteren
geholpen?
Slide 12 - Sleepvraag
Het onderwerp
Mijn buurmeisje loopt naar het wokrestaurant.
In deze zin is *
loopt*
de persoonsvorm en mijn buurmeisje het onderwerp (ow). Vaak is het onderwerp van de zin een persoon die iets doet.
Het kan ook een dier of een ding zijn.
Een onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan. Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.
Slide 13 - Tekstslide
Zinsdelen - onderwerp
Het onderwerp is te vinden door de volgende vraag te stellen:
Wie (soms: Wat) + persoonsvorm?
Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
.
Het onderwerp
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is het onderwerp?
gekeken.
Het onderwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 17 - Sleepvraag
Onderwerp
Iedere zin heeft een onderwerp.
De pv en het onderwerp horen bij elkaar.
Zonder de pv kun je het onderwerp
niet
vinden
Slide 18 - Tekstslide
Aan het werk
Wat?
Cursus 5.2 Persoonsvorm. O
pdracht 1 t/m 4.
blz. 200-201.
Cursus 5.4 Onderwerp. Opdracht 1 t/m 4.
blz. 204-205.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk verder aan de rest van de opdrachten uit paragraaf 5.2 en 5.4 of verder in je leesboek.
'Ik snap het niet'
timer
15:00
Slide 19 - Tekstslide
Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden op drie verschillende werken.
Je kunt het onderwerp in een zin vinden.
Lesdoelen
Slide 20 - Tekstslide
Persoonsvorm
Slide 21 - Woordweb
Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.
Slide 22 - Open vraag
Noteer de persoonsvorm.
Het is druk in de stad.
Slide 23 - Open vraag
Onderwerp
Slide 24 - Woordweb
Noteer het onderwerp.
Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.
Slide 25 - Open vraag
Noteer het onderwerp.
Het is druk in de stad.
Slide 26 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
BSR 7/5 1bka Grammatica woordsoorten 2+4
2 days ago
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 7/5 1bka Grammatica woordsoorten 2+4
2 days ago
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 02/04 2k Grammatica ZD §2 herhaling lj1
April 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 02/04 2t Grammatica ZD herhaling lj1
October 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 8/5 2t Grammatica ZD herhaling lj1
August 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 30/10 1aha Grammatica zinsdelen 3+5
October 2023
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 12/10 1aha Grammatica zinsdelen 1+3
October 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 04/04 2k Grammatica ZD §4 samengestelde zinnen
April 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2