Stepping Stones 2 chapter 4 words
Translate to Dutch:
traffic jam
traffic jam
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Translate to Dutch:
traffic jam
traffic jam
Slide 1 - Open vraag
Translate to Dutch:
platform
platform
Slide 2 - Open vraag
Translate to Dutch:
hesitate
hesitate
Slide 3 - Open vraag
Translate to Dutch:
cross
cross
Slide 4 - Open vraag
Translate to Dutch:
probably
probably
Slide 5 - Open vraag
Translate to Dutch:
Tube
Tube
Slide 6 - Open vraag
Translate to Dutch:
experience
experience
Slide 7 - Open vraag
Translate to Dutch:
purchase (ww)
purchase (ww)
Slide 8 - Open vraag
Translate to Dutch:
rate (ww)
rate (ww)
Slide 9 - Open vraag
Translate to Dutch:
spare
spare
Slide 10 - Open vraag
Translate to Dutch:
reach (ww)
reach (ww)
Slide 11 - Open vraag
Translate to Dutch:
ticket office
ticket office
Slide 12 - Open vraag
Translate to Dutch:
entrance
entrance
Slide 13 - Open vraag
Translate to Dutch:
sold out
sold out
Slide 14 - Open vraag
Translate to Dutch:
receipt
receipt
Slide 15 - Open vraag
Translate to English:
retourtje
retourtje
Slide 16 - Open vraag
Translate to English:
uitgang
uitgang
Slide 17 - Open vraag
Translate to English:
annuleren
annuleren
Slide 18 - Open vraag
Translate to English:
vergelijken
vergelijken
Slide 19 - Open vraag
Translate to English:
openbaar vervoer
openbaar vervoer
Slide 20 - Open vraag
Translate to English:
wisselgeld
wisselgeld
Slide 21 - Open vraag
Translate to English:
met pinpas betalen
met pinpas betalen
Slide 22 - Open vraag
Translate to English:
besteden, uitgeven
besteden, uitgeven
Slide 23 - Open vraag
Translate to English:
zich afvragen
zich afvragen
Slide 24 - Open vraag
Translate to English:
in de rij staan
in de rij staan
Slide 25 - Open vraag
Translate to English:
rustig
rustig
Slide 26 - Open vraag
Translate to English:
dragen (schoenen of kleding)
dragen (schoenen of kleding)
Slide 27 - Open vraag
Translate to English:
mening
mening
Slide 28 - Open vraag
Translate the sentence:
Ik steek de straat over.
Ik steek de straat over.
Slide 29 - Open vraag
Translate the sentence:
Waar kan ik de metro vinden?
Waar kan ik de metro vinden?
Slide 30 - Open vraag
Translate the sentence:
Het was erg druk.
Het was erg druk.
Slide 31 - Open vraag
Translate the sentence:
Ik kan haar niet bereiken.
Ik kan haar niet bereiken.
Slide 32 - Open vraag
Translate the sentence:
Het was niet mijn maat.
Het was niet mijn maat.
Slide 33 - Open vraag
Translate the sentence:
Hij geeft de voorkeur aan dat gebouw.
Hij geeft de voorkeur aan dat gebouw.
Slide 34 - Open vraag
Translate the sentence:
Ik wil contant betalen.
Ik wil contant betalen.
Slide 35 - Open vraag
Translate the sentence:
