Ouder worden en gezond blijven

Ouder worden en gezond blijven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ouder worden en gezond blijven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Leerling weet wat ontwikkelingspsychologie is vanaf 65 jaar
- Leerling kent de veelvoorkomende ziektes die ouderen krijgen

Slide 2 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les de leerdoelen aan. Dit biedt een duidelijke structuur.
Ontwikkelingspsychologie ouderen
Ontwikkelingspsychologie bestudeert hoe mensen zich ontwikkelen en veranderen gedurende hun hele leven. Vanaf 65 jaar verandert er veel in het leven van mensen.

Slide 3 - Tekstslide

Start met het uitleggen van wat ontwikkelingspsychologie is. Maak het belangrijk om te weten voor de rest van de les.
Wat weet je al over de veranderingen
van ouderen vanaf 65 jaar?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ouderdomsziektes
Als je ouder wordt, krijg je te maken met verschillende ouderdomziektes. 

Slide 5 - Tekstslide

Maak een woordweb op het bord met de veelvoorkomende ziektes. Vraag de leerlingen welke ziektes zij kennen en voeg deze toe aan het woordweb.
Wat weet je al ziektes bij ouderen?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Veelvoorkomende ziektes
Ziektes die veel voorkomen zijn hart- en vaatziekten, dementie, kanker, diabetes en artritis.

Slide 7 - Tekstslide

Maak een woordweb op het bord met de veelvoorkomende ziektes. Vraag de leerlingen welke ziektes zij kennen en voeg deze toe aan het woordweb.
Artritis
Artritis is een ontsteking van de gewrichten. 

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf kort de symptomen van artritis en vraag de leerlingen wat zij denken dat je kunt doen om artritis te voorkomen.
Hart- en vaatziekten
Hart- en vaatziekten zijn de meest voorkomende ziektes bij ouderen. Bekende hart- en vaatziekten zijn hartkramp, hartinfarct, beroerte en etalagebenen. Het risico hierop is verhoogd bij roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, diabetes, nierschade, reuma, hart- en vaatziekten in uw familie, veel stress.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat ze denken dat je kunt doen om je hart gezond te houden en bespreek dit in de klas.
Dementie
Dementie is een ziekte waarbij de hersenen langzaam achteruitgaan. Ken je iemand die dementerend is?
Op de volgende dia staan verschillende soorten dementie en alzheimer uitgelegd namelijk de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, Lewy body dementie en frontotemporale dementie (FTD).

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf kort de symptomen van dementie en vraag de leerlingen wat zij denken dat je kunt doen om dementie te voorkomen.
Dementie







https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/soorten-vormen

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf kort de symptomen van dementie en vraag de leerlingen wat zij denken dat je kunt doen om dementie te voorkomen.
Diabetes
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. Je kunt onderscheid maken tussen diabetes 1 en diabetes 2. Op latere leeftijd kun je diabetes 2 ontwikkelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf kort de symptomen van diabetes en vraag de leerlingen wat zij denken dat je kunt doen om diabetes te voorkomen.
Hoe houd je iemand gezond?
Om ervoor te zorgen dat ouderen gezond blijven kun je preventieve maatregelen nemen. 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag de leerlingen hoeveel uur slaap ze denken dat je nodig hebt als je ouder wordt. Bespreek daarna wat de aanbevolen hoeveelheid slaap is.
Beweging
Beweging is belangrijk op elke leeftijd, maar zeker als je ouder wordt. Het houdt je fit en gezond. Welke bewegingsoefeningen ken je?

Slide 14 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf nadenken over bewegingsoefeningen. Vraag ze welke oefeningen ze kennen en schrijf deze op het bord.
Slaap
Slaap is belangrijk voor een gezond leven. 
Hebben ouderen meer of minder slaap nodig dan jij?
Waarom meer of waarom minder?

Slide 15 - Tekstslide

Vraag de leerlingen hoeveel uur slaap ze denken dat je nodig hebt als je ouder wordt. Bespreek daarna wat de aanbevolen hoeveelheid slaap is.
Geheugen
Het geheugen gaat achteruit als je ouder wordt. Hoe kun je je geheugen trainen zodat je hier laten profijt van hebt?

Slide 16 - Tekstslide

Beschrijf kort hoe het geheugen achteruitgaat als je ouder wordt en vraag de leerlingen wat zij denken dat je kunt doen om je geheugen te trainen.

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Voeding
Voeding is belangrijk voor een gezonde levensstijl. 
Wat zijn gezonde voedingsmiddelen voor ouderen?
Waarom zie je vaak dat ouderen minder mogen eten?

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf nadenken over gezonde voedingsmiddelen voor ouderen. Vraag ze welke voedingsmiddelen ze kennen en schrijf deze op het bord.
Rust
Naast beweging en voeding is rust ook belangrijk voor een gezond leven. Hoeveel rust heb je nodig als je ouder wordt?

Slide 19 - Tekstslide

Vraag de leerlingen hoeveel rust ze denken dat je nodig hebt als je ouder wordt. Bespreek daarna wat de aanbevolen hoeveelheid rust is.
Samenvatting
Je weet nu meer over ontwikkelingspsychologie en veelvoorkomende ziektes bij ouderen. 
Wat kun jij doen in de ouderenzorg om ouderen gezond te laten leven?

Slide 20 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen hoe ze ervoor kunnen zorgen dat ze gezond blijven als ze ouder worden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.