examentraining Mens en Zorg 2019 theorie

Examentraining 2019
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 2019

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken

  • Neem je examentrainingsboekje mee naar de les!
  • Neem een pen/ potlood mee naar de les!
  • Mobiel is weg!/ oordopjes uit!
  • Geen zin> 1x waarschuwing> 2e keer> uitgestuurd
  • Kletsen/ spelen> 1x waarschuwing> 2e keer> uitgestuurd
  • Ouders worden gebeld en nablijven!
  • Je mist de uitleg!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je
  • Benoemen wat ADL betekent en welke ADL hulpmiddelen er zijn.
  • wat een mantelzorger is
  • Verschillende ouderdomsziekten opnoemen en uitleggen wat het inhoudt
  • verschil tussen somatisch en psychosomatich aangeven
  • wat zelfredzaamheid betekent
  • voorbeelden van persoonlijke verzorging opnoemen
  • wat empathie betekent

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijke verzorging
VB

Slide 4 - Woordweb

Wat is zelfredzaamheid?
A
Als je jezelf kan redden op alle gebieden van het algemene dagelijks leven (ADL)
B
Als je je zelf kan redden als je een ongeluk hebt gehad
C
Als je weet wat het nodig is om zelf dingen te kunnen doen
D
Mensen helpen in het dagelijks leven die dat niet kunnen

Slide 5 - Quizvraag

Omgaan met gevoelens

Empathie: je inleven in de situatie van een ander


Slide 6 - Tekstslide

Wat is empathie?
A
contact gestoord
B
inlevingsvermogen
C
sociaal gedrag
D
inspanning

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat ADL voor?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn ADL-hulpmiddelen? Noem er 3.

Slide 9 - Open vraag

ADL hulpmiddelen
  • motorische beperking
  • visuele beperking
  • lichamelijke beperking


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is een juist voorbeeld van een ADL hulpmiddel?
A
aangepast bestek
B
helping hand
C
knopenhaak
D
sokaantrekker

Slide 12 - Quizvraag

ADL- hulpmiddelen
  • algemene dagenlijkse levensverrichtingen
  • helpen voor meer zelfstandigheid
  • vb bestek, openers

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een mantelzorger?

Slide 14 - Open vraag

Somatisch
Somatisch betekent letterlijk lichamelijk. 

Het is het tegenovergestelde van psychisch. 

Somatische klachten zijn dus lichamelijke klachten.
Psychosomatisch
Lichamelijke klachten die worden veroorzaakt door stress of spanning.

Denk aan hoofdpijn door bv ruzie.

Slide 15 - Tekstslide

Welke ziekte is somatisch?
A
DE ziekte van alzheimer
B
Diabetes
C
Depressie
D
Dementie

Slide 16 - Quizvraag

Welke ouderdomsziekten
ken je?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten

  • spataderen
  • hoge bloeddruk
  • hartinfarct
  • beroerte

Slide 19 - Tekstslide

Hoe voorkom je hart- en vaatziekten?

Slide 20 - Tekstslide

Oorzaken hart en vaatziekten
  • Erfelijkheid
  • Roken, 
  • weinig bewegen, 
  • ongezond eten 
  • en veel alcohol drinken

Slide 21 - Tekstslide

Met het eten van vis verlaag je het risico op
A
Kieuwen & schubben
B
Hart- en vaatziekten
C
Suikerziekte
D
Ontstekingen

Slide 22 - Quizvraag

Artrose en Artritis

Slide 23 - Tekstslide

  • botontkalking
  • broze botten
  • meer kans op botbreuken
  • voornamelijk bij ouderen

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een beroerte?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Beroerte
  • Ook wel CVA genoemd
  • herseninfarct, hersenbloeding of TIA
C = cerebro 
V = vasculair 
A = accident 
Vertaald: ongeluk in de hersenbloedvaten

Slide 27 - Tekstslide

Beroerte herkennen

  • FAST test 

Slide 28 - Tekstslide

Bij overgewicht heb je meer kans op bepaalde ziektes.
Welke ziektes zijn dit?
A
Bloedarmoede en diabetes
B
diabetes en hart-en vaatziekten
C
botontkalking en bloedarmoede
D
hart en vaatziekten en botontkalking

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn ook alweer
Normen en Waarden?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Dementie

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Dementie 
  1. Is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes.
  2. Deze ziektes tasten de hersenen aan en zorgen voor een geleidelijke achteruitgang van iemands geestelijke gezondheid.
  3. Alzheimer (70%), vasculaire dementie, syndroom van Korsakov, Parkinson
  4. decorumverlies (fatsoen), Afasie (taalstoornis), vergeetachtigheid

Slide 34 - Tekstslide

Hulpmiddelen dementie

Slide 35 - Tekstslide

Hoe heet de meest voorkomende vorm van dementie
A
Parkinson
B
Obesitas
C
Alzheimer
D
Ms

Slide 36 - Quizvraag

Welke kenmerken horen bij dementie?
A
De cliënt begrijpt alles
B
Decorumverlies
C
Vergeetachtigheid
D
Afasie

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de ziekte van Korsakow?
A
een soort dementie als gevolg van te veel alcoholgebruik
B
Een griepsoort afkomstig uit Rusland
C
Een virusinfectie aan de lever
D
een bacteriële infectie aan de slokdarm

Slide 38 - Quizvraag

Diabetes type 1 en 2

  • Diabetes heet ook wel suikerziekte. Het opnemen van glucose uit de voeding in het bloed is verstoord.
  • Type 1 krijg je als kind. Je moet dan vaak insuline spuiten.
  • Type 2 krijg je op oudere leeftijd, vooral door overgewicht. Het is dan belangrijk om af te vallen

Slide 39 - Tekstslide

Hoe wordt diabetes ook wel genoemd?
A
Epilepsie
B
Suikerziekte
C
Melitus
D
Copd

Slide 40 - Quizvraag

Wie krijgen diabetes type 1 meestal
A
Ouderen
B
Jongeren
C
Pubers
D
mensen met overgewicht

Slide 41 - Quizvraag

Epilepsie
Epilepsie is een stoornis in de hersenen, waarbij zich tijdelijk, plotseling en ongecontroleerd grote groepen hersencellen ontladen. Er ontstaat als het ware ‘kortsluiting’ in de hersenen.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

spasticiteit
Dit is het samentrekken van bepaalde spieren met spierstijfheid en krampen.

Slide 44 - Tekstslide

Wat is epilepsie
A
Spierspasme
B
Kortsluiting in de pancreas
C
Aanvallen door kortsluiting in de hersens
D
Spierspanning door zout tekort

Slide 45 - Quizvraag