1HV Blok 5 Grammatica - Meewerkend voorwerp aan en voor

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica Blok 5

Meewerkend voorwerp

Les en doelen

• We gaan oefenen met het zinsdeel meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling. 
• Aan het eind van de les kun je een meewerkend voorwerp en een bijwoordelijke bepaling herkennen en benoemen in een zin.

Wat kun je vertellen over een meewerkend voorwerp?

Meewerkend voorwerp (MV)

Het werkwoord (de handeling) geeft aan dat iets aan iemand wordt gegeven of verteld.

Aan/voor wie + wwg + ow + lv?

Let op: aan/voor kun je weglaten/toevoegen.

Elk zinsdeel dat begint met 'aan' of 'voor' is een meewerkend voorwerp.

1. juist
2. onjuist

Bijwoordelijke bepaling (BWB)

• Antwoord op de vragen: waar, wanneer, waardoor, waarmee, waarnaar, wanneer, hoe, hoeveel?
• De hierboven genoemde vraagwoorden zijn ook BWB's.
• Een BWB begint vaak met een voorzetsel.
• Zinsdelen die je makkelijk kunt weglaten, zoals niet, ook, wel en toch.

Even oefenen

Geef aan of het zinsdeel tussen aanhalingstekens 

een meewerkend voorwerp is of 

een bijwoordelijke bepaling.

De ober vergat 'voor de klant' schoon bestek mee te nemen.

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Je moet je slippers 'aan de waterkant' laten staan.

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Geef je de beveiligers 'voor de detectiepoortjes' je flesje water?

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

De jury heeft 'voor de beste speler' een aparte onderscheiding gekocht.

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Alle jurken hangen netjes 'aan de kledinghangers' in het rek.

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

De eigenaren van de webwinkel verkopen 'aan hun klanten' graag een extra artikel.

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Victoria stond tijdens haar spreekbeurt 'voor het beeldscherm'.

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

'Aan wie' hebben je ouders hun huis verkocht?

1. meewerkend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Wat begrijp je nog niet van het meewerkend voorwerp?

Huiswerk

Grammatica

Maken opdracht 

10, 11 en 12 

in eDition

Lezen theorie op p. 231