4.3 Naar een ander soort samenleving

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed gekeken?
Zoek het verschil!

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed gekeken?
Zoek het verschil!

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Tekstslide

Antwoord: De twee onderste kunstwerken op de rechter muur zijn weg.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed gekeken?
Zoek het verschil!

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed gekeken?
Zoek het verschil!

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed gekeken?
Zoek het verschil!

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eeuw is de tijd van de burgers en stoommachines?
A
zeventiende eeuw
B
achttiende eeuw
C
negentiende eeuw
D
twintigste eeuw

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk land ontstond als eerste een industriële samenleving?
A
Groot- Brittannië
B
Nederland
C
Nederlands-Indië
D
De Verenigde Staten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet een samenleving waarin industrie en handel belangrijke middelen van bestaan zijn en de meeste mensen in steden leven?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander begrip voor de groei van steden(verstedelijking)
A
industriële samenleving
B
concurrentie
C
automatisering
D
urbanisatie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de belangrijkste oorzaak voor de groei van Rotterdam in de 19e eeuw?
A
De bouw van de Kuip.
B
De aanleg van de Europoort.
C
De aanleg van de Nieuwe Waterweg.
D
De aanleg van de eerste spoorlijn

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verdeeld

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In de 19de eeuw verdienden veel burgers te weinig om van te kunnen leven. kinderen moesten werken en het werk in de fabrieken was zwaar en gevaarlijk. Wie onderhandelden met de werkgevers over betere werkomstandigheden?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vakbonden onderhandelden met de werkgevers over betere werkomstandigheden voor de arbeiders.
Welke omstandigheden werden zo verbeterd?
A
Arbeiders mochten niet meer in de kolonies werken.
B
Arbeiders mochten niet meer in steden wonen.
C
Er werd een achturige werkdag ingevoerd.
D
In de fabrieken mochten geen grondstoffen meer worden verwerkt.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1873 -1914

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de 19de eeuw hadden Groot-Brittannië en Frankrijk grote gebieden in bezit in Afrika en Azië. Waarom?
Zo konden deze landen
A
veel dure producten verkopen aan de kolonies.
B
In Afrika en Azië veel goedkope producten in fabrieken laten maken.
C
makkelijk grondstoffen verkopen aan landen in Afrika en Azië.
D
makkelijk aan grondstoffen komen voor het maken van producten in de fabrieken.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1884 verdeelden verschillende Europese landen de kolonies zo dat elk land ongeveer evenveel land kreeg.
Op de afbeelding zie je hoe dat ging.
Welk werelddeel werd in 1884 verdeeld tussen de Europese landen?
A
Afrika
B
Australië
C
Noord-Amerika
D
Zuid-Amerika

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het veroveren van gebieden in Azië en Afrika door Europese landen, meestal om die gebieden te gaan besturen?
A
imperialisme
B
industriële revolutie
C
kolonialisme
D
urbanisatie

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het veroveren van gebieden door een ander land, meestal om er handel mee te drijven?
A
imperialisme
B
industriële revolutie
C
kolonialisme
D
urbanisatie

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nu ik weet van de Atjeh oorlog is het voor mij beter te begrijpen waarom er mensen zijn die tegen het eerbetoon in de vorm van een monument zijn.
JA
NEE

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij dat er moet gebeuren met het van Heutz monument?

Slide 48 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nu over de Atjeh oorlog?
Atjeh-oorlog

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies