Meer dan lezen par 1 betekenis zoeken

Woordbetekenissen vinden. 
Herhaling

Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121
Woordenschat
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordbetekenissen vinden. 
Herhaling

Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kan je achter de betekenis van het woord komen?

Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121
Woordraadstrategie

Slide 2 - Tekstslide

Onbekend woord?
Zoek in de tekst naar de betekenis!
Lees een stukje terug en een stukje verder.

We hebben drie manieren geleerd.

Slide 3 - Tekstslide

3 woordraadstrategieën
        
  • Zoek een synoniem 
  • Zoek een omschrijving of definitie
  • Zoek een voorbeeld

Slide 4 - Tekstslide

1. een synoniem zoeken
synoniem = 2 woorden met dezelfde betekenis

In deze fabriek produceren ze badmode. Ze maken er bikini's, badjassen en zwembroeken

Slide 5 - Tekstslide

Geef een synoniem voor het woord 'produceren'
In die fabriek produceren ze badmode.

Slide 6 - Open vraag

Welk synoniem?
Deze sneakers zijn populair, ze zijn vooral geliefd bij jongeren.

Slide 7 - Open vraag

Welk synoniem?
De chauffeur stopte acuut, hij duwde direct het rempedaal in.

Slide 8 - Open vraag

2. omschrijving of definitie zoeken

De jonge profvoetballer laat zijn zaken regelen door iemand anders. Deze manager werkt ook voor andere voetballers

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent ' permanent'?
Het gebouw wordt permanent bewaakt. Er staan altijd beveiligers voor.

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent 'première' ?
De film ging gisteren in première, de bezoekers konden de film voor het eerst zien.

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent 'letterlijk'?
Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.

Slide 12 - Open vraag

3. een voorbeeld zoeken

Jongeren die iets hebben vernield, krijgen soms een taakstraf, zoals papier prikken of onkruid weghalen

Slide 13 - Tekstslide

Welke voorbeelden?
Op de menukaart staan verschillende desserts, zoals ijs, pudding en kleine gebakjes.

Slide 14 - Open vraag

Vul de zin aan.
Ik maak gebruik van verschillende social media zoals....

Slide 15 - Open vraag