Woordenschat H1, vergelijking, metafoor en personificatie (woensdag 18-10)

Van elk groepje komt één iemand naar voren om te vertellen...
  • Wat een vergelijking is
  • Wat een metafoor is
  • Wat een personificatie is 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Van elk groepje komt één iemand naar voren om te vertellen...
  • Wat een vergelijking is
  • Wat een metafoor is
  • Wat een personificatie is 

Slide 1 - Tekstslide

Vergelijking
Bij een vergelijking vergelijk je twee dingen (object en beeld) met elkaar.
Het object is echt aanwezig, maar het beeld niet. 
Voorbeeld:
Hij (object) is zo rood als een kreeft (beeld) geworden door de zon.
Hij wordt vergeleken met een kreeft

Jouw kamer (object) lijkt wel een zwijnenstal (beeld).
Jouw kamer wordt vergeleken met een zwijnenstal.

Slide 2 - Tekstslide

Metafoor 
Een metafoor lijkt op een vergelijking, alleen staat het object nu niet meer in de zin, maar alleen het beeld.


Voorbeeld:
Wat een zwijnenstal (beeld) is het hier.
Zwijnenstal is het beeld dat gebruikt wordt om aan te geven dat het een grote troep is. Wat er precies een troep is, staat niet in de zin.


Dat schaap (beeld) heeft zich laten beetnemen.
Dat schaap staat voor een dom persoon. Wie het precies is, staat niet in de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Personificatie
Met een personificatie geef je een menselijke eigenschap aan iets dat geen mens is.
Voorbeeld:
Zachtjes fluisteren de bomen haar naam.

Bomen kunnen niet fluisteren, dat is een menselijke eigenschap.


Soms lacht de toekomst je toe.
De toekomst kan niet lachen, dat is een menselijke eigenschap.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Je hoorde:
  • De broos groeiende economie is als een plantje 
  • De premier kwam met een snoeischaar
  • Beeldspraak is het onverharde landweggetje richting gratis media-aandacht
  • Gratis bier uitdelen



VERGELIJKING, METAFOOR OF PERSONIFICATIE? Waarom?
Vergelijking
Metafoor
Vergelijking (asyndetisch)
Metafoor

Slide 6 - Tekstslide

Oefening
Schrijf voor jezelf de op welke vorm van beeldspraak dit is: 
een vergelijking, een metafoor of een personificatie? 

1. Hij is zo dom als een ezel 
2. Soms lacht de toekomst je toe
3. De vijand kwam als een dief in de nacht.
4. Het peloton bereikte de voet van de berg.
5. Dat arme schaap heeft zich weer beet laten nemen.
6. In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen.

Klaar? 
Vergelijk je antwoorden met je buurman/buurvrouw; hebben jullie hetzelfde opgeschreven?
timer
5:00
  1. Vergelijking
  2. Personificatie
  3. Vergelijking
  4. Metafoor
  5. Metafoor
  6. Personificatie

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Haar ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 8 - Quizvraag

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Hij gedraagt zich als een klein kind.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Het gevaar loert op elke straathoek.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Vergelijking, metafoor of personificatie?

De appel valt niet ver van de boom.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 11 - Quizvraag

'De golven aaien de zwemmers'.
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 12 - Quizvraag

Hij is als een sluwe vos.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 13 - Quizvraag

'Mijn hart maakte een sprongetje.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 14 - Quizvraag

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 15 - Quizvraag

vergelijking
metafoor
personificatie
De boekenwurm zat de hele vakantie met haar neus in de boeken. 
Hij lacht als een boer met kiespijn 
 Toen we op de alpenweide lagen, hoorden we in de verte een beekje murmelen

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

Ik begrijp wat een vergelijking is
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik begrijp wat een metafoor is
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik begrijp wat een personificatie is
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll