In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.4 - Vorsten met macht
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe koningen sinds de late middeleeuwen meer macht kregen.
Je kunt uitleggen wat een absoluut bestuur is en hoe dat functioneerde.
Je kunt gevolgen noemen van de invoering van een absoluut bestuur in Rusland.
Je kunt uitleggen waarom de Engelse koning geen absolute macht had
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Koningen willen meer macht
Absoluut vorst: Lodewijk XIV
Absoluut vorst: Peter de Grote
Geen absoluut vorst: Engeland
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Koningen willen meer macht
Koningen waren afhankelijk van edelen i.v.m. huurlegers. In ruil voor huurlegers mochten edelen stukken land besturen. Zij regeerden als kleine koningen.
Late Middeleeuwen meer geld in omloop, dus meer belastingen heffen, daardoor meer ambtenaren en eigen legers.
Hierdoor ontstond het centrale bestuur: denk aan Karel V.
Slide 4 - Tekstslide
Absoluut vorst: Lodewijk XIV (1)
Absolutisme: de vorst heeft alle macht.
De vorst heeft de macht van God gekregen en hoeft alleen verantwoording af te leggen aan God.
In Frankrijk was de vorst een monarchie: een (erfelijke) koning bestuurt het land.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Absoluut vorst: Lodewijk XIV
De adel moest in Versailles komen wonen.
Politiek: Er werd een staatsleger ingevoerd.
Economisch: Heffen van centrale belastingen en mercantilisme.
Cultureel: Alle Fransen moesten katholiek zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Absoluut vorst: Peter de Grote
Rusland liep economisch achter.
Peter de Grote liet zich bijscholen in Europa, Nederland
In Rusland liet hij wegen aanleggen en kanalen graven, naar Nederlands voorbeeld. Hij trainde soldaten.
Liet een nieuwe stad bouwen: Sint-Petersburg.
Slide 8 - Tekstslide
Geen absoluut vorst: Engeland
Het parlement verzette zich tegen de absolute macht van de Engelse koning. Parlement was een vergadering van geestelijken, edelen en machtige burgers.
Koning Karel I werd afgezet, Karel II moest al zijn besluiten goed laten keuren door het parlement.
Jacobus II wilde alle macht, maar werd verdreven door stadhouder Willem III. Willem III werd koning, op voorwaarde dat hij geen besluiten nam zonder het parlement.
Slide 9 - Tekstslide
Maak de afsluiting van hoofdstuk 2
Ben je daarmee klaar? Ga dan verder met leren.
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe koningen sinds de late middeleeuwen meer macht kregen.
Je kunt uitleggen wat een absoluut bestuur is en hoe dat functioneerde.
Je kunt gevolgen noemen van de invoering van een absoluut bestuur in Rusland.
Je kunt uitleggen waarom de Engelse koning geen absolute macht had