Werkwoordspelling sterke (klankveranderende) werkwoorden

Zet de juiste vorm van het werkwoord in de zin in de VERLEDEN TIJD
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zet de juiste vorm van het werkwoord in de zin in de VERLEDEN TIJD

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld:

Hele werkwoord: blijven
De zusjes..........de hele middag bij de kinderboerderij
Antwoord: ......bleven

Slide 2 - Tekstslide

Hele werkwoord: kijken
Wij ......... gisteren naar de wedstrijd.

Slide 3 - Open vraag

Hele werkwoord: slapen
De mensen op het festival ......... in kleine tentjes.

Slide 4 - Open vraag

Hele werkwoord: genieten
De jongen ............ vanmorgen van zijn heerlijke ontbijt.

Slide 5 - Open vraag

Hele werkwoord: lopen
De atleet ......... de marathon in 2 uur.

Slide 6 - Open vraag

Hele werkwoord: geven
Ik ........ geld aan de collectant bij de deur.

Slide 7 - Open vraag

Hele werkwoord: roepen
De coach.......... vanaf de kant naar de spelers.

Slide 8 - Open vraag

Hele werkwoord: ruiken
We ........ een hele sterke brandlucht.

Slide 9 - Open vraag

Hele werkwoord: kiezen
Mijn ouders ........ ervoor om niet naar het feest te gaan.

Slide 10 - Open vraag

Hele werkwoord: lopen
De kinderen .......... netjes over de stoep.

Slide 11 - Open vraag

Hele werkwoord: geven
Britt en Laura ...... ons geen gelijk.

Slide 12 - Open vraag

Hele werkwoord: verdwijnen
De roofdieren ............. in het donker.

Slide 13 - Open vraag

Hele werkwoord: blazen
We ......... niet hard genoeg om de vlam te doven.

Slide 14 - Open vraag

Hele werkwoord: krijgen
Wij ......... net zoveel zakgeld als zij.

Slide 15 - Open vraag

Hele werkwoord: breken
Ik ........ de chocoladereep in kleine stukjes.

Slide 16 - Open vraag

Hele werkwoord: zwemmen
De kinderen ................ de hele middag in zee.

Slide 17 - Open vraag

Hele werkwoord: wijzen
De verkeersregelaars .......... ons de weg naar het concert.

Slide 18 - Open vraag

Hele werkwoord: kruipen
De slakken ........... heel langzaam over het parcours tijdens de wedstrijd.

Slide 19 - Open vraag

Hele werkwoord: zijn
Toen ....... deze les klaar :)

Slide 20 - Open vraag