H2 - W2 - 1

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heute
- Intro 
- Grammatik K3 wiederholen
- Quizlet (wenn es noch Zeit gibt)

Slide 2 - Tekstslide

Grammatik Kapitel 3
- het zelfstandig naamwoord 
- meervouden 

Slide 3 - Tekstslide

Welk lidwoord gebruiken we voor MANNELIJKE zelfstandig naamwoorden?

Slide 4 - Open vraag

Mannelijk (der)
1. Mannelijke persoons- en dierennamen
der Stier, der Junge, der Bruder 

Slide 5 - Tekstslide

Welk lidwoord gebruiken we voor VROUWELIJKE zelfstandig naamwoorden?

Slide 6 - Open vraag

Vrouwelijk (die)
1. vrouwelijke persoons- en dierennamen
die Katze, die Mutter, die Lehrerin

2. Zakennamen (dingen) die eindigen op -e
die Toilette, die Adresse, die Klasse, die Pause

Slide 7 - Tekstslide

Vrouwelijk (die) - vervolg
3. Zelfstandig naamwoorden die eindigen op



- heit
- keit
-schaft
- ung
die Freiheit, die Einheit 
die Möglichkeit
die Mannschaft, die Freundschaft 
die Übung, die Prüfung

Slide 8 - Tekstslide

Welk lidwoord gebruiken we voor ONZIJDIGE zelfstandig naamwoorden?

Slide 9 - Open vraag

Onzijdig (das)
1. het-woorden in het Nederlands
das Lied, das Pferd, das Fenster

2. Zelfstandig naamwoorden die eindigen op 

-chen
-lein
das Mädchen, das Löffelchen
das Fräulein, das Büchlein

Slide 10 - Tekstslide

Katze
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Restaurant
der/die/das
2/5
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Sohn
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

Bäumchen
der/die/das
4/5
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Suppe
der/die/das
5/5
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

Meervoud van zelfstandig naamwoorden
  
Lidwoord is ALTIJD die




Slide 16 - Tekstslide

Hoofdregels
mannelijk:   umlaut* + e
vrouwelijk:   + (e)n
onzijdig:       + e

*als de klinker in 'auto' zit


Slide 17 - Tekstslide

Uitzonderingen
mannelijke en onzijdige woorden op -el, -er, -en blijven in het meervoud meestal onveranderd. 
das Mädchen - die Mädchen, der Lehrer - die Lehrer

- woorden die eindigen op -a, -i, -o, -y:      +s
das Auto - die Autos, das Baby - die Babys

Slide 18 - Tekstslide

Opmerkingen 
- Bij au komt de Umlaut op de a: das Haus - die Häuser

- Vrouwelijke woorden die eindigen op -e, -el, -er krijgen in het meervoud alleen +n
die Schwester - die Schwesetern

- Bij samengestelde woorden komt de Umlaut op het laatste woord
der Stundenplan - die Stundenpläne

- Bij vrouwelijke of onzijdige woorden, net als in het Nederlands verdubbelding  van de -n of -s: die Freundin - die Freundinnen 


Slide 19 - Tekstslide

die Freundin

Slide 20 - Open vraag

das Heft

Slide 21 - Open vraag

der Lehrer

Slide 22 - Open vraag

die Lehrerin

Slide 23 - Open vraag

die Oma

Slide 24 - Open vraag

die Pause

Slide 25 - Open vraag

die Prüfung

Slide 26 - Open vraag

der Raum

Slide 27 - Open vraag

die Schule

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Link