Werkwoordspelling BEBO advertentie

Nederlands 4 maart 2021
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 4 maart 2021

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud en doelen
Je leest de feedback op je zakelijke e-mail.

Je kent de regels van de werkwoordspelling en past deze toe in de opdrachten.

Je weet aan welke eisen een advertentie moet voldoen en maakt een advertentie die aan deze eisen voldoet.

Slide 2 - Tekstslide

Terugkoppeling
Zakelijke e-mail: bezwaarschrift CVOM

3-deling

Schagen, 4 maart 2021

Geachte heer/mevrouw,

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding: Waarom schrijf je?
Vanochtend toen ik wakker werd leegde ik zoals elke morgen mijn brievenbus. Tot mijn grote verbazing vond ik tussen alle reclame folder een brief van het Centraal Justitieel Incassobureau.

Naar aanleiding van...
Ik dien een bezwaarschrift in...

Slide 4 - Tekstslide

Slot: Wat verwacht je van de lezer?
Ik hoop zo snel mogelijk van u te horen zodat we dit kunnen op lossen.

Wees concreet/duidelijk: Ik verwacht binnen 5 werkdagen een reactie.

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Ruben - Kjell - Kaj: opnieuw inleveren

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Doel: 
Je kent de regels van werkwoordspelling 
(tt-vt-volt.vt-bijv. nmw.)
Je past deze regels correct toe in de oefeningen.


Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspellingstest
De volgende zinnen zijn afkomstig uit de proces verbalen die door studenten van deze opleiding zijn gemaakt.


De uiteindelijke 'test' (toets werkwoordspelling) is op: 
18 maart 2021 

Slide 8 - Tekstslide

De verdachte word overgebracht naar het politiebureau.
Is deze zin correct?
A
Nee
B
Ja

Slide 9 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
Blz.41 van je Starttaal leerwerkboek 2F, deel A



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

'Het raam bevind zich aan de linkerkant van de deur.'
Is deze zin correct?
A
Nee
B
Ja

Slide 13 - Quizvraag

Verleden tijd
Blz. 48 e.v. van je Starttaal leerwerkboek 2F, deel A



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

'Het slachtoffer.....(verhuizen) vorig jaar naar het zuiden.'
A
verhuiste
B
verhuizde
C
verhuisde

Slide 17 - Quizvraag

z wordt s        &      v wordt f
Zie ook blz. 43 van je Starttaal leerwerkboek 2F, deel A

Verhuizen = hele werkwoord
verhuiz = uitgangspunt voor het vervoegen
'z' staat niet in TaXi KoFSCHiP dus:
verhuizde, dat wordt: verhuisde

Slide 18 - Tekstslide

Voltooide tijd
Blz. 54 van je Starttaal leerwerkboek 3F, deel A



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Hij verklaarde dat hij de kranen had...
A
dichtgedraaid
B
dichtgedraait

Slide 22 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Dit woord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
REGEL: zo kort mogelijk schrijven, maar let op de uitspraak.




Slide 23 - Tekstslide

De....formulieren lagen op het bureau.
A
geprinte
B
geprintte

Slide 24 - Quizvraag

Bijv.nmw.: 1e uitzondering
In sommige gevallen moet er een-n achter het bijvoeglijk naamwoord geschreven worden. Wanneer moet dit?
Als je het bijv.nmw. in een andere volgorde ook met een -n zou schrijven.
De ................(volladen) vrachtauto.
De vrachtauto is volgeladen dus: 
De volgeladen vrachtauto.

Slide 25 - Tekstslide

Bijv.nmw.: 2e uitzondering
Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden schrijf je met een -n.
Stoffelijk = stofnaam

Bijvoorbeeld:
zilveren ring
marsepeinen varken
stalen horloge

Slide 26 - Tekstslide

'Het ...........(doorknippen) slot.'
A
doorgeknipte
B
doorgeknippte
C
doorgekniptte
D
door geknipte

Slide 27 - Quizvraag

'Er waren ...........(zilver) strepen op de muren gespoten.'
A
zilveren
B
zilvere

Slide 28 - Quizvraag

Meer uitleg?
- Op papier: tekst (zie mail 18 februari)
Op papier: in schema (zie mail 18 februari)
- Digitaal: 



Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
1) Starttaal leerwerkboek 2F, deel A: maken vanaf blz. 42: opdr. 2-3-4-8-11-14-15-16
Tussendoor geef ik uitleg over het maken van een flyer
2) Flyer maken
3) Starttaal 2F, taalverzorging, werkwoordspelling, werkwoordspelling gecombineerd

Slide 30 - Tekstslide

Advertentie
Doel: activeren

  • 5W+1H-vragen 
  • Gebruik argumenten om over te halen
  • Gebruik enthousiaste woorden om over te halen
  • (aantrekkelijke lay-out/afbeeldingen)

Slide 31 - Tekstslide

Flyer maken: achtergrondinfo
In het laatste jaar van jouw opleiding doen de studenten gezamenlijk een project waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat. Jij hebt een project rond de Halve van Den Helder georganiseerd. Jullie hebben een aantal sponsoren bereid gevonden om voor elke mbo-student die meedoet €10,- aan de Hersenstichting te doneren. 

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht: flyer maken
Maak een flyer om te verspreiden onder mbo-studenten. De flyer bestaat uit een A4'tje en bevat in ieder geval:
- informatie over hardloopwedstrijd
- informatie over het goede doel
- informatie voor deelnemers
Gebruik internet om aan de juiste info te komen.
Mail de flyer vandaag naar: tdegoede@rockopnh.nl

Slide 33 - Tekstslide

Beoordeling flyer
Is de tekst kort, duidelijk, compleet?
Trekt de flyer de aandacht?
Maakt de flyer de lezer enthousiast?
Past de taal bij het doel van de flyer?
Is het duidelijk voor wie de flyer is gemaakt?

Slide 34 - Tekstslide

Ik begrijp werkwoordspelling.
Ja
Nee

Slide 35 - Poll