Wie is het?

Ben jij het?   Zie jij iemand die er zo uitziet ?
Is it you? Do you see someone who looks like this?
¿Eres tú? ¿Ves a alguien que se parezca a esto?
Wie is het? Who is it? ¿Quién es?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBO

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ben jij het?   Zie jij iemand die er zo uitziet ?
Is it you? Do you see someone who looks like this?
¿Eres tú? ¿Ves a alguien que se parezca a esto?
Wie is het? Who is it? ¿Quién es?

Slide 1 - Tekstslide

Voor de buitenlandse vrienden: een kort spel:
Learn Dutch by gaming / Estamos jugando un juego 
Regels/rules/normas  
1) Wie is het?/Gues who it is/ Adivinar quién es la persona secreta.     
     Kijk goed naar iedereen in de Zoom! /Look well to everyone in the Zoom/ ¡Miren bien a todos en Zoom!   
    
2) Alleen ja/nee vragen/ Only yes or no questions/ Solo hacer preguntas de sí o no.
    
3) Bij een 'ja-antwoord krijg je een punt/If yes: you get a pointSi tiene una "sí":, obtiene un punto.
    (Schrijf je punten op!/ Write down your points!/ ¡Anote sus puntos!) 

4) Wie is het? Schrijf op! Is het goed? 10 punten/ You know the name, write it down, if correct:10 points/
    Si sabes quién es, escríbelo, si aciertas obtienes 10 puntos. 

5) De winnaar krijgt een prijs! The winner takes it all!¡El ganador recibirá un premio!

Slide 2 - Tekstslide

Is het een hij?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Is hij .......?   (ja/ nee)
groot
big
grande
klein
small
pequeño

Slide 4 - Tekstslide


A

Slide 5 - Quizvraag

Is hij/zij 
        dik                                              dun

Slide 6 - Tekstslide

                         
Het haar, de  baard, de  snor 
Heeft hij een baard?
Heeft hij een snor?
Heeft hij/zij zwart haar?
Does he have a beard?
¿Tiene barba?
Does he/she have black hairs? 
¿Tiene pelo negro?
Does he have a  mustache?
¿Tiene bigote?

Slide 7 - Tekstslide

ja  
nee
blauw?
groen?
bruin?
donker?
zijn de ogen

Slide 8 - Sleepvraag

Hij of zij??of...
A
Is het een trans?
B
Is het hij?/ He?/ Esto hombre?
C
Ella/She/ Is het zij?
D
Is het een het ? (bijv. het kind) Is it an it? Like the child? ¿Es eso? (por ejemplo, el niño)

Slide 9 - Quizvraag

ja                              nee
Heeft hij een bril? /Does he wear glasses/¿Tiene anteojos?

Slide 10 - Tekstslide

Heeft hij grote oren?/ 
Does he have big ears? ¿Tiene orejas grandes?
 ja/nee

Slide 11 - Tekstslide

Is hij_________?      Ja/Nee
Is he young ?
Is he old?

¿El es joven? ¿viejo?

          jong       oud

Slide 12 - Tekstslide

Karakter? Is hij/zij_____________? Ja/nee

 kritisch?

critical?
¿Es crítico?
 lui?
lazy?
¿Es perezoso?
 altijd het zonnetje in huis
always the sunshine in the house
¿ Siempre el sol en la casa
een slijmjurk?
a slime dress?
¿Un vestido de limo?
een schatje?
a sweatheart?
¿Un amor?
een narcistische ijdeltuit
a vain man/woman?
¿Un persona vanidoso

Slide 13 - Tekstslide

Karakter? Is hij/zij_____________? Ja/nee

een heilig boontje
a holy bean
¿Un frijol sagrado
een eigenwijs stuk vreten?
a grumpy ass?
¿Comer un trozo terco?
een schoonheid
a beauty
¿Una belleza?
een vechtersbaas 
a fighter boss
¿Un jefe de combate?
een mopperkont?
a grumbler?
¿Un gruñón?

Slide 14 - Tekstslide

WIE IS HET?

Slide 15 - Open vraag

Wie is het ?
Passport
_______________________
_______________________
_______________________
Woonplaats: 
Delft 
Verjaardag: 29-03

Slide 16 - Tekstslide

Maar opa, wat heeft u een grote ogen! 
Maar opa wat heeft u een grote oren!
Maar opa, wat heeft u een grote neus!
Maar opa, wat heeft u een grote mond!

Slide 17 - Tekstslide