In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Bubbels & identiteit
hoe vormen informatiebubbels je gedrag?
Slide 1 - Tekstslide
Bubbels & Identiteit In deze les staat identiteit en de constructie daarvan (door de online omgeving) centraal. Taal wordt door groepen gebruikt om te verbinden. Denk hierbij aan de betekenis van alle emoji’s uit de serie, maar ook een bepaald accent of typische woordenschat als verbindende (taal)factor voor groepen. Wat je online ziet, liket en volgt, vormt daarmee je identiteit, maar beïnvloedt, vanwege de mogelijke eenzijdigheid, ook je wereldbeeld.
In deze onderbouwles reflecteer je daarop met leerlingen.
Fragmentsuggestie: aflevering 2: [29:00-32.40]: de zoon van de rechercheur legt uit wat emoji’s op sociale media betekenen.
Klik op het kopje Optioneel fragment om een bijbehorend fragment van Adolescence te bekijken, waarin je de afstand ziet tussen een vader en zoon door het online leven van de zoon.
Aan het einde van de les kun je...
...analyseren hoe rolmodellen/influencers uit je bubbel je beeld van de wereld (ver)vormen
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je:
analyseren hoe rolmodellen/influencers uit je bubbel je beeld van de wereld (ver)vormen
Slide 3 - Tekstslide
Klik op het kopje leerdoel om het bijbehorende adolescence fragment te bekijken!
Leerdoel:
Na afloop van de les kunnen leerlingen uitleggen hoe rolmodellen en influencers uit hun (online) bubbel hun wereldbeeld mogelijk (ver)vormen
Succescriteria:
Je kunt uitleggen wat het verschil tussen een rolmodel een influencer is
Je kunt uitleggen wat een sociale (online) bubbel is
Je kunt voorbeelden geven van hoe influencers en rolmodellen je beïnvloeden
Klik op kopje Mediafragment en bekijk het fragment van Donnie de rapper die vader is geworden.
Vraag: op welke manier en voor wie is Donnie een rolmodel?
Doorvragen:
Wat is een rolmodel?
Kan een rolmodel ook negatief zijn?
Heeft een rolmodel invloed op wat je doet?
Moet je iets van jezelf herkennen in een rolmodel?
Kunnen mensen uit jouw omgeving (vrienden, ouders, trainers, docenten) ook rolmodellen zijn? Bespreek in tweetallen waarom wel/niet!
Ja.
Nee.
Alleen als...
Slide 5 - Poll
Laat leerlingen de poll beantwoorden. Geef denktijd om in tweetallen te overleggen of mensen dichtbij ook rolmodellen kunnen zijn. Kader daarna.
Kader:
Een rolmodel is iemand die een voorbeeld voor je is en je inspireert met bepaald gedrag of bepaalde eigenschappen. Rolmodellen kunnen dicht bij je staan, bieden zelfvertrouwen en je herkent iets van jezelf in diegene. Rolmodellen kunnen je motiveren en stereotypes doorbreken.
Vraag door:
1. Waarom wel/niet?
2. Waar moet een rolmodel aan voldoen?
3. Waneer is iemand een rolmodel? Moet je bekend zijn?
Wat is het verschil tussen een rolmodel en een influencer?
Slide 6 - Open vraag
Een influencer doet vaker iets voor eigen gewin (geld, bekekendheid) en staat verder af van diens volgers. Ze presenteren een ideaalbeeld, maar nemen doorgaans weinig verantwoordelijkheid.
Een rolmodel staat dichter bij diens volgers en lijkt op bepaalde manieren op hen. Het rolmodel biedt zelfvertrouwen en motiveren je om bepaalde dingen ook te doen of laten.
Vraag door:
Kan een rolmodel ook een influencer zijn? Of andersom?
Waarom is het belangrijk het verschil te herkennen?
Wie is er eerlijker?
Rolmodellen, influencers en beïnvloeding
Slide 7 - Tekstslide
Transitieslide
Nu rolmodellen en influencers in een kader geplaatst zijn, maak je de stap naar beïnvloeding en normalisering van gedrag. Wie handhaaft de kaders? En waarom is dat belangrijk?
Noem twee influencers/accounts die volgt
Slide 8 - Woordweb
Laat leerlingen input geven. Welke accounts zie je vaak?
Vraag door
- Welke accounts zijn influencers? Welke misschien meer rolmodellen?
- Hoe past het account in de interesse van de leerling? Overeenkomsten?
- Welke accounts geven betrouwbare informatie? Hoe weet je dat?
1. Make-upadvies (wat moet je op je gezicht smeren?)
2. Wiskunde-advies (hoe los je een opgave op?)
3. Dieetadvies (welk dieet moet je volgen?)
4. Stemadvies (op welke partij moet je stemmen?)
5. Rookadvies (welke vapes moet je wel/niet kopen?)
Neem het voorbeeld van Nikkietutorials. Zij weet veel over make-up. Voor sommigen is ze een rolmodel, voor anderen misschien meer een influencer. Over welke dingen mag ze openlijk iets zeggen?
Vraag door:
- Zou je alles wat Nikkie zegt geloven?
- Waarom wel/niet?
- Stel je volgt haar: ben je dan meer geneigd alles wat ze zegt te doen/geloven?
- Waarom is het overnemen/nadoen van wat zij vindt niet wenselijk?
Geloof jij wat de rolmodellen/influencers die je volgt beweren?
Ja.
Nee.
Soms, namelijk...
Slide 10 - Poll
Poll om erachter te komen of leerlingen overnemen wat hun rolmodellen/influencers beweren én om leerlingen zelf aan het denken te zetten.
Goed doorvragen.
1. Wanneer wel en wanneer niet?
2. Waarom kies je daarvoor?
3. Waarom is het belangrijk na te denken over wat je rolmodellen zeggen?
Multiperspectief & normaliseren
Slide 11 - Tekstslide
Kader voor docent:
In deze stap verbinden we rolmodellen en de invloed die zij mogelijk hebben op het wereldbeeld van leerlingen aan de normaliserende werking en gebrek aan multiperspectiviteit die dit kan opleveren.
Transitieslide: multiperspectief en normaliseren
Binnen elke bubbel kan een ‘eigen’ waarheid ontstaan, vanuit een bepaalde (geloofs)overtuiging. Het laatste deel van de les focust zich op het ontstaan van verschillende waarheden of, in ieder geval, verschillende perspectieven. Wie handhaaft de waarheid? Welke rol spelen rolmodellen en influencers daarin?
Discussie
Hoe kun je als maatschappij bepalen wat goed en eerlijk gedrag is?
En wie zou dit gedrag moeten handhaven (f2f en online)?
Welke rol hebben rolmodellen/influencers en volgers?
Bekijk het fragment van het jeugdjournaal over de capitoolbestorming in 2021 toen Biden president werd. Op de slide hierna volgt een discussievraag om klassikaal te bespreken.
Capitoolbestorming: Namen mensen hier iets van een influencer/rolmodel aan zonder zelf na te denken?
Slide 13 - Woordweb
Kader:
Toen Trump de vorige verkiezingen verloor, riep hij zijn volgers op om te protesteren tegen de uitslag. Vervolgens trokken zijn volgers gewapend naar het Capitool. Er was geweld: er werd geplunderd, gestolen, geweld gebruikt en er overleden drie mensen.
Vraag door:
- Is dit een voorbeeld van hoe een influencer/rolmodel de waarheid kan verdraaien?
- Hebben de mensen die zijn oproep gevolgd hebben schuld?
- Hoe kom je, in de bubbel, achter de waarheid?
- Moet het rolmodel/de influencer altijd eerlijk zijn?
Discussie
Hoe kun je als maatschappij bepalen wat goed en eerlijk gedrag is?
En wie zou dit gedrag moeten handhaven (f2f en online)?
Welke rol hebben rolmodellen/influencers en volgers?
Discussie
Hoe kun je als maatschappij bepalen wat goed en eerlijk gedrag is?
En wie zou dit gedrag moeten handhaven (f2f en online)?
Welke rol hebben rolmodellen/influencers en volgers?
Slide 14 - Tekstslide
Discussie
Verdeel leerlingen in kleine groepjes en laat ze discussiëren over de stellingen. Geef leerlingen eventueel een rol in de discussie om deelname te vergroten. Denk aan: influencer/rolmodel/volger/politicus/ouder/baas van een mediabedrijf.
Haal na een aantal minuten de conclusies op of laat leerlingen deze op een vel papier schrijven.
Alternatief:
1. laat leerlingen een nieuwe wet schrijven op basis van de vragen op de slide.
2. laat leerlingen een richtlijn voor influencers/rolmodellen schrijven op basis van de vragen op de slide.
Hoe vervormen jouw rolmodellen of influencers die je volgt jouw beeld van de wereld mogelijk?
Slide 15 - Open vraag
Terugkoppeling leerdoel
Ga de antwoorden van de leerlingen na. Zie je bijzondere antwoorden? Probeer deze te bespreken. Vraag leerlingen eventueel of ze nu anders kijken naar de informatie die ze binnenkrijgen.
Bevraag je ouders om er achter te komen wie ze uit de populaire cultuur een rolmodel vinden (en waarom) en wie ze absoluut geen rolmodel vinden (en waarom):
Wie is hun rolmodel?
Welk gedrag vertoont hun rolmodel?
Doen ze dingen na van hun rolmodel?
Wat leren ze van hun rolmodel?
Hoe controleren ze informatie die ze op sociale media zien?
Controleren ze informatie op een andere manier dan dat jij dat doet?
Schrijf een kort verslag over je bevindingen.
Reflectieopdracht 1
Slide 16 - Tekstslide
Reflectieopdrachten (1 en 2)
De opdrachten zijn gericht op kennisverdieping en reflectie van leerlingen. Opdracht 1 is gericht op verwerking met ouders. Het is handig om ouders in te seinen over deze opdracht zodat ze tijd kunnen nemen dit thuis te bespreken.
Opdracht 2 is tevens gericht op creatieve en maatschappelijke vaardigheden en leent zich om te combineren met een ander vak (bijvoorbeeld beeldende vorming, maatschappijleer, geschiedenis, …).
Bedenk een (anti-)rolmodel
Ontwerp een poster met schriftelijke karakteromschrijving
Welke eigenschappen heeft je (anti-)held?
Welke dubbele agenda heeft hij/zij/het?
Hoe probeert je (anti-)held je te beïnvloeden?
Welke (vervelende) consequenties ontstaan er daardoor in de samenleving?
Reflectieopdracht 2: Superheld?
Slide 17 - Tekstslide
Reflectieopdrachten (1 en 2)
De opdrachten zijn gericht op kennisverdieping en reflectie van leerlingen. Opdracht 1 is gericht op verwerking met ouders. Het is handig om ouders in te seinen over deze opdracht zodat ze tijd kunnen nemen dit thuis te bespreken.
Opdracht 2 is tevens gericht op creatieve en maatschappelijke vaardigheden en leent zich om te combineren met een ander vak (bijvoorbeeld beeldende vorming, maatschappijleer, geschiedenis, …).