5.1 De kerk valt uiteen

Hoofdstuk 5: Tijd van ontdekkers en hervormers
paragraaf 5.1: De kerk valt uiteen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Tijd van ontdekkers en hervormers
paragraaf 5.1: De kerk valt uiteen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak ontdekkers en hervormers!

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud H5
5.1: De kerk valt uiteen
5.2: De Nederlandse Opstand
5.3: Nederland migratieland
5.4: De ontdekkingsreizen


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
Aan het eind van paragraaf 5.1:

  • Kan je uitleggen wie er kritiek had op de katholieke kerk
  • Kan je uitleggen hoe machthebbers omgingen met de kritiek
  • Kan je uitleggen hoe protestantse kerken ontstonden
  • Kan je uitleggen welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten


Slide 5 - Tekstslide

St. Pietersbasiliek in Rome
De Sint Pieterskerk in Rome is de kerk waar de Paus de kerkdienst houdt. Af en toe is hij te zien op het balkon, bijvoorbeeld met Pasen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De kerk in de middeleeuwen:
  • iedereen in West-Europa christen
  • de paus in Rome was de baas over de christenen
  • een goede christen kwam in de hemel
  • deed je iets verkeerd, dan moest je om vergeving vragen
  • gelovigen gaven de kerk geld en grond, de kerk was heel machtig
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat er mis was in de kerk
Begrippen:
ketters
§5.3
Een nieuw geloof
A
DeBoze burgers
Een machtige kerk

Slide 8 - Tekstslide

Kritiek op de kerk:
  • de kerk was te rijk
  • geestelijken leefden in luxe.
  • Je kon je zonden afkopen met een aflaat

Reactie van de kerk:
  • ketters: zo werden de mensen die kritiek hadden genoemd.
  • speciale rechtbank om ketters op te sporen en te straffen
  • niet gehoorzamen = brandstapel
§5.3
Een nieuw geloof
A
DeBoze burgers
Een machtige kerk

Slide 9 - Tekstslide

1517: Maarten Luther, 95 stellingen.

De drie belangrijkste punten van kritiek:
  • een aflaat kopen was fout. 
    Je zou alleen in de hemel moeten kunnen komen door goed te leven 
  • mensen moeten zelf bijbel kunnen lezen.
    Luther vertaalde de bijbel van Latijn naar Duits. 
  • verering van heiligen moet verboden worden  
    Volgens Luther onzin, want over heiligen stond niets in de bijbel 
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de kritiek was op de kerk
Begrippen:
aflaat
hervorming
§5.3
Een nieuw geloof
B
DeBoze burgers
Verzet tegen de kerk

Slide 10 - Tekstslide

Reactie paus:
  • Luther moet zijn woorden terug nemen!
  • Luther weigerde dit
  • De paus zette Luther uit de kerk
  • Luther gaat zijn eigen kerk stichten

Vanaf dat moment dus twee christelijke kerken!
Deze verandering noemen we de hervorming.
§5.3
Een nieuw geloof
B
DeBoze burgers
Verzet tegen de kerk

Slide 11 - Tekstslide

Katholieken:
  • De kerk staat onder leiding van de paus
  • Priesters zijn contactpersonen tussen god en gelovigen
  • Die priesters helpen mensen om goed te leven
  • Beelden van heiligen
  • Hopen dat heiligen mensen beschermen
Leerdoel:
Je kan drie verschillen noemen tussen katholieken en protestanten
Begrippen:
katholieken
protestanten
§5.3
Een nieuw geloof
C
DeBoze burgers
Twee stromingen

Slide 12 - Tekstslide

Protestanten:
  • Je moet leven zoals in de bijbel staat
  • Bijbel geschreven in eigen taal bv. Nederlands
  • Zelf vergeving aan god vragen, is geen priester voor nodig
  • Kerken zijn sober. Weinig versiering, geen beelden
§5.3
Een nieuw geloof
C
DeBoze burgers
Twee stromingen

Slide 13 - Tekstslide

Naast Luther ook andere hervormers, zoals Johannes Calvijn. 

Katholieke kerk vroeg katholieke koningen om protestants geloof te bestrijden.

Gevolg: bloedige oorlogen. 
§5.3
Een nieuw geloof
C
DeBoze burgers
Twee stromingen

Slide 14 - Tekstslide

Video
Histoclips: Luther en de Hervorming

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

 Oefenen leerdoelen!

Slide 17 - Tekstslide


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 18 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 19 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 20 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 22 - Quizvraag



Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 23 - Quizvraag

Vragen? Aan de slag!:
paragraaf 5.1 (blz. 80 - 81): 1, 2, 4, 5, 6 + 9

Slide 24 - Tekstslide