Materie

Materie
Nask 3TL

Mevrouw Ruysink
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Materie
Nask 3TL

Mevrouw Ruysink

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Voorkennis activeren
Doelen H 7 paragraaf 1
-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat moleculen zijn en in welke fases ze voor kunnen komen
Uitleg
Aan de slag met opdracht
Morgen opdrachten paragraaf 1 maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

molecuul vs atoom

Slide 4 - Tekstslide

Welke fasen

Slide 5 - Tekstslide

moleculen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Chemische reacties

Als stoffen veranderen, dan is er sprake van een chemische reacties. Denk bijvoorbeeld aan het bakken van een ei.


Bij een chemische reactie heb je beginstoffen en ontstaan er door de reactie nieuwe stoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende chemische reacties
Stoffen reageren met elkaar
Natrium+chloor ------> natriumcholoride

Verbranding ( Bij elke verbranding ontstaat water en koolstofdioxide)
Methaan+zuurstof -----> koolstofdioxide+water

Ontleding (meerdere stoffen uit 1 stof)
water -----> waterstof+zuurstof

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met moleculen en atomen

Kijk naar het periodieksysteem
Ga uit van de volgende gegevens:

H:zwart   C: geel   O: groen
Verbindingen: witte stokjes
Maak de volgende moleculen na:
Water: H2O
Ethaan:C2H6
Alcohol: C2H6O
Propaan: C3H8

Zoek nu zelf twee molucuulformules en maak de moleculen

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van 7.1 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik (oefening moleculen maken)
Doelen H7 paragraaf 2
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de invloed van druk op gas is
Uitleg
Aan de slag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Het botsende deeltjes model
Voor een chemische reactie is het nodig dat de moleculen van de beginstoffen met elkaar kunnen botsen. 
Als er een effectieve botsing (krachtig botsing) plaats vindt ontstaat er een nieuw molecuul.

Slide 14 - Tekstslide

Gasdruk en temperatuur
Als de temperatuur van een gas stijgt, gaan de moleculen sneller bewegen. De moleculen botsen vaker en met een hogere snelheid tegen de wand. Er is dus eerder een reactie.

Als je de ruimte waarin moleculen zich bevinden kleiner maakt, is er een grotere kans op een botsing.

Slide 15 - Tekstslide



Gasdruk & temperatuur?

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 7.2 in je werkboek

Klaar? Kijk de opdrachten na en laat controleren

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen H7 paragraaf 3
-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat zuivere stoffen zijn en 3 scheidingsmethoden benoemen en uitvoeren
Uitleg
Practicum
Aan de slag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Indampen
Nodig:
  • Warmtebron (brander met driepoot)
  • Oplossing met vaste stof
  • Container (bekerglas)

Vaste stoffen uit vloeistoffen scheiden

Slide 20 - Tekstslide

Extraheren
Scheiden op basis van oplosbaarheid in het extractiemiddel.

Vaste stoffen uit andere vaste stoffen scheiden.
Vaste stof in het oplosmiddel (oplossing).

Slide 21 - Tekstslide

Filtreren

Slide 22 - Tekstslide

Practicum
We gaan werken met de brander

Proef 2
Scheiden van stoffen: indampen
Scheiden van stoffen: filtreren

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 3 in je werkboek.

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Slide 24 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen H7 paragraaf 4
-Aan het einde van de les kun je
uitleggen wat atomen zijn en vertellen waar atomen uit zijn opgebouwd
Het periodieksysteem aflezen
Uitleg
Aan de slag

Slide 25 - Tekstslide

molecuul vs atoom

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Atomen-Elementen

In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. Deze staat in je binas. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter. Let dus goed op hoofdletters en kleine letters.

H  = waterstof
He = helium

Slide 28 - Tekstslide

Een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen


Isotopen = isotopen hebben een gelijk aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Protonen +
Electronen -
Neutronen 0

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 7.4 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na

Slide 32 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Buffer les. Maak de opdrachten van paragraaf 1 tm 4 af en kijk de opdrachten na. Klaar? Neem het hoofdstuk door en kijk of je nog vragen hebt.

Slide 33 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Maak de test jezelf. Dit kan zelfstandig, samen of klassikaal.

Slide 34 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
-Samenvatten hoofdstuk
(schrijf de begrippen met betekenis op)
-Waar heb je nog moeite mee? Filmpjes nogmaals bekijken of samen de tekst/paragraaf lezen.
-Galgje spelen met de begrippen uit het hoofdstuk
-Mede leerlingen overhoren
-Maak 5 vragen en stel deze aan klasgenoten
Volgende les: toets

Slide 35 - Tekstslide