Examentraining: Leidinggeven

Leiding geven = coachen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leiding geven = coachen

Slide 1 - Tekstslide

wat versta je onder leidinggeven
(In een keuken)

Slide 2 - Woordweb

Leidinggeven
Het beste uit je medewerkers halen. 
Dat is geen simpele taak. Je moet als leidinggevende niet alleen over flink wat kennis en vaardigheden beschikken, maar ook over de juiste houding.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is motivatie?

Slide 4 - Woordweb

Wat heb jij nodig om je goed te voelen in je werk?

Slide 5 - Open vraag

Theorie/pyramide van Maslow?

De theorie van Maslow  probeert de behoeften van mensen in het leven in kaart te brengen. Mensen hebben nogal wat behoeften in het leven. Behoeften zijn dingen die je nodig hebt en die je wil bereiken. De theorie bestaat uit vijf verschillende universele behoeften waar elke mens behoefte aan heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie van Maslow
Wat is de theorie van de piramide van Maslow?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van coachingstechnieken?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
feedback geven
B
beoordelen
C
motiveren
D
zelfreflectie

Slide 8 - Quizvraag

Welke verantwoordelijkheden heeft een leidinggevende?

Slide 9 - Open vraag

verantwoordelijkheden 
keuken Leiders
  • Aansturing van medewerkers
  • procesbewaking
  • controle kwaliteiten
  • controle materieel: magazijnen, koelingen, voorraden, inkoop

Slide 10 - Tekstslide

leiding geven
Om goed leiding te geven moet je je stijl afstemmen op de medewerker en de situatie. Dit noem je ? 

Iemand die net begint in zijn vak stuur je anders aan dan een vakspecialist. Geef je een vakspecialist echter een nieuwe taak, dan zal hij ook extra begeleiding nodig hebben

Slide 11 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen
  • autoritair
  • Laissez-faire
  • Democratisch

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Een medewerker aanspreken op ongewenst gedrag is een vorm van coachen.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Waar denk je aan bij
het woord
communicatie?

Slide 15 - Woordweb

Communicatie en werkoverleg
Leiderschap, communicatie en resultaat hebben alles met elkaar te maken. 
  • Als leider het maximale uit je team halen betekent óók dat je goed moet communiceren. Je zult bewust moeten omgaan met de communicatie binnen je team en hoe je medewerkers jou als leider ervaren.
  • Wanneer je beter communiceert, zijn je medewerkers tevredener en vinden ze dat jij beter presteert. 
  • Ze ervaren hun relatie met jou als beter, ze hebben meer vertrouwen in je en zullen graag voor je werken

Slide 16 - Tekstslide

korte Communicatie

Slide 17 - Tekstslide

Gesprekken
* Werkoverleg (voor en nabespreking)
* Funtioneringsgesprek
* beoordelingsgesprek

Gesprekstechnieken; bv
* STARR-methode
* Conflicthantering
* LSD

Slide 18 - Tekstslide

Werkoverleg (voorbespreking)
  • Opdracht geven (meest basale vorm van werkoverleg)
  • wat moet gebeuren?
  • hoe moet het gebeuren?
  • wanneer moet het gebeuren?
  • controleert of de opdracht is begrepen?

Slide 19 - Tekstslide

Formeel en informeel werkoverleg
Om een overleg te laten slagen is het belangrijk dat alle deelnemers actief betrokken zijn bij het overleg, actieve deelnemers:
* hebben invloed op de agenda van het overleg
* krijgen ruimte om meningen en standpunten naar voren te brengen
* mogen vragen stellen en suggesties doen
* kunnen meebeslissen over afspraken die gemaakt worden


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

STARRT-methode
STARRT-methode is een gesprekstechniek die je in kunt zetten voor evaluatie. Je kijkt terug op een periode in het verleden. 

Je doet dit bijvoorbeeld in een functioneringsgesprek, om het functioneren van een medewerker in de afgelopen periode te evalueren. Met de STARRT-methode krijg je in een relatief korte tijd een compleet beeld van een persoon of een gebeurtenis

Slide 22 - Tekstslide

STARRT-methode

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een conflict?

Slide 24 - Woordweb

Conflicthantering
Conflict = verschil van mening

  • Wat zijn oorzaken van conflicten?
  • Tegengestelde belangen 
  • Bereiken van doelen (medewerkers of afdeling heeft eigen doelen)
  • Verdeling van middelen (één groep wel pauze, andere niet)
  • Onderlinge relaties

Slide 25 - Tekstslide

Conflict door onderlinge relaties
Ook wanneer relaties tussen werknemers onderling zijn verstoord ontstaan conflicten. Een conflict dat voortkomt uit onderlinge relaties heeft vijf kenmerken: 
  • Verschil in behoefte, inzicht of gevoel
  • Gebrek aan begrip
  • Negatieve emoties 
  • Verstoorde communicatie 
  • Polarisatie (recht tegenover elkaar staan, koppigheid)

Slide 26 - Tekstslide

Gesprekstechnieken - LSD
Tijdens overlegsituaties maak je gebruik van verschillende gesprekstechnieken, zodat je een gesprek beter kunt laten verlopen en de ander beter begrijpt.
L = luisteren
S = samenvatten
D = doorvragen
F = feedback geven (feedback moet beschrijvend en concreet zijn)
F = feedback ontvangen (feedback kan waardevolle informatie zijn)

Slide 27 - Tekstslide