HC Steden en burgers in de lage landen-H1



HC Steden en burgers in de Lage Landen
1050-1700
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



HC Steden en burgers in de Lage Landen
1050-1700

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

introductie
- GWP historische contexten: uitleg historische context
- geen handboek = geschiedenis compact (uitleg k.a.)
- altijd mee: GWP historische contexten + geschiedenis compact
- SE: HC lage landen + k.a. tijdvak 1 tm 6

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote lijn HC
h1 opkomst stedelijke burgerij in Nederlandse gewesten 1050-1302
h2 positie stedelijke burgerij in Nederlandse gewesten 1302-1602 
h3 invloed burgerij in de Republiek 1602-1700

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H. 1 Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?
1050-1302
kenmerkende aspecten:
 - de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor  het herleven van de agrarisch-urbane samenleving
- de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanden 1100
- verzameling graafschappen, hertogdommen en bisdommen
- agrarische samenleving
- aantal kleine steden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in graafschappen en hertogdommen
agrarische samenleving
lokale adel bestrijdt elkaar
geen stevig centraal gezag

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa 1100

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1000: Landbouwopbrengsten nemen toe:

  • Vernieuwingen in de landbouw
- Het halsjuk
- IJzeren ploeg
- Drieslagstelsel
  • Kloosters/domein-heren lieten woeste gronden ontginnen
- Bossen/ moerassen 
  • Mensen trekken naar dunbevolkte gebieden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen landbouwoverschot
  • Specialisatie (nijverheid).
  • Ambachtslieden vestigen zich op een veilige, drukke plek.
  • Steden ontstaan bij knooppunten van wegen/kastelen/kloosters.
  • Terugkeer landbouw-stedelijke samenleving

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bevolkingsgroei Nederlandse steden






wat valt op?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bevolkingsgroei Nederlandse steden




wat valt op?
economisch centrum verschuift van 
Atrecht --> Brugge --> Antwerpen --> Amsterdam

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden krijgen stadsrechten
- op grondgebied van een grootgrondbezitter (bijv. klooster, lage adel) ontstaan nederzettingen die leven van de handel; willen meer zelfstandigheid -->
- stadsrechten: verzameling privileges toegekend aan burgers van een stad door een landsheer (bijv. graaf/hertog)




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsrechten
In het stadsrecht worden onder andere
economische en bestuurlijke rechten
vastgelegd, zoals:
- recht op tolvrijheid
- recht op het houden van markten
- recht op eigen bestuur
- recht op eigen rechtspraak

en plichten zoals het betalen van een som geld aan de landsheer of het leveren van militairen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsrechten
voordelen stad: 
eigen bestuur (schepenen), eigen rechtspraak, belastingheffing (cijns)

voordelen landsheer: 
ontvangt belasting en militaire hulp 

NB Steden blijven vallen onder jurisdictie landsheer (bijv. graaf/hertog) 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inwoners van een middeleeuwse stad
- burgers = poorters: hebben 
bepaalde rechten en (belasting)
plichten, vaak welgestelde kooplieden of kundige 
ambachtslieden
- patriciaat rijke burgers
- het gemeen (het gewone volk zoals 
eenvoudige ambachtslieden, ongeschoolde 
arbeiders, werklozen, bedeelden)  
- geestelijken (niet belastingplichtig;
vallen onder jurisdictie kerk)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerken binnen en tussen verzorgingsgebied
- gebied dat economisch en politiek met elkaar verbonden is
- elke stad centrum verzorgingsgebied
- platteland levert voedsel en grondstoffen
- stad verwerkt grondstoffen en zet producten af in omgeving


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationale handel via jaarmarkten
  • grote markt waar kooplieden uit de omgeving en het buitenland handel kunnen drijven
  • enkele dagen tot weken
  • netwerk van jaarmarkten, data sloten op elkaar aan
  • onder bescherming van heer, bijv. de graaf

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atrecht
Atrecht heeft aansluiting op internationaal handelsnetwerk: 
handel met Italiaanse kooplieden op jaarmarkten in Frankrijk --> bijv. Champagne

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stedelijke dynamiek in Artesië
- graafschap
- eerste verstedelijking Nederlanden in Vlaanderen en Artesië
- in 11e en 12e eeuw ontstaan hier de steden Atrecht/Arras, Brugge en Gent

Slide 21 - Tekstslide

 In 932 werd Artesië veroverd door graaf Arnulf I van Vlaanderen en bleef lange tijd bij Vlaanderen ingelijfd.

In 1191 stond de Vlaamse graaf Boudewijn de Moedige de rechten op Atrecht, Lens, Sint-Omaars (het latere graafschap Artesië) en Boulogne af aan Filips II August van Frankrijk. Zo verkreeg hij zijn toestemming om als graaf te worden erkend. In 1223 werd het een deel van het Franse kroondomein, maar al in 1226 liet koning Lodewijk VIII het bij testament na aan zijn tweede zoon Robert als apanage, en in 1237 werd het omgevormd tot graafschap met Robert (sindsdien Robert I van Artesië) als graaf. Door een reeks van huwelijken en erfenissen kwam Artesië in 1382 toe aan Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen. Artesië ging samen met Vlaanderen over op Lodewijks dochter Margaretha van Male, die in 1369 met Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, in het huwelijk was getreden. Vanaf dat moment is Artesië opgenomen in het Bourgondische rijk en deelde het voor enkele eeuwen dezelfde geschiedenis als de rest van de Nederlanden.

Na de dood van Karel de Stoute in 1477 trachtte koning Lodewijk XI alle Bourgondische lenen onder de Franse kroon in te palmen. Artesië werd een twistappel tussen keizer Maximiliaan I en de Franse koning. In 1477 werd het ingelijfd bij Frankrijk (omdat Karel de Stoute geen mannelijke opvolger had). Na een eerste (vergeefse) oorlog tegen Frankrijk in 1482 startte Maximiliaan in 1483 een tweede oorlog tegen Frankrijk. In 1493 kwam er bij de Vrede van Senlis een einde aan de onenigheid en kwam Artesië weer onder Habsburgs-Bourgondisch bewind, hoewel de bepaling van de Vrede van Atrecht bevestigd werd die regelt dat Filips de Schone - die nu zelf de regering van zijn vader overneemt - leenhulde moest brengen aan de Franse koning voor Artesië en Vlaanderen.
De groei start in Artesie:
 (1050)

  • En dan met name in de stad Atrecht (Frans: Arras)
  • Resten oude Romeinse stad (infrastructuur)
  • Bisschopsstad
  • Vruchtbare bodem voor verbouw broodgraan->voldoende voedsel (ook voor stadsbevolking)
  • Er worden veel schapen gehouden in het minder vruchtbare kustgebied-> basis lakenindustrie
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atrecht / Arras

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lakennijverheid
  • Wolproductie zorgde voor een bloeiende lakennijverheid.

  •  Lakenhandelaren krijgen aansluiting op internationale markt via jaarmarkten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kooplieden
  • Kochten de ruwe wol
  • lieten het door de verschillende ambachtslieden bewerken (vaak voor lage lonen)
  • bij elke stap werd het product meer waard
  • verkochten het met winst

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toename macht kooplieden
  • Rijke kooplieden versterken positie 
 door zich te organiseren in koopliedengilden

  • Krijgen door leningen te verstrekken aan edellieden 
het stadsbestuur in handen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Artesië naar Vlaanderen en Brabant










<- lakenmarkt in Den Bosch ca. 1530

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst Brugge
eind 13e eeuw verliest Atrecht zijn voorsprong:
- nieuwe handelsroutes (over zee)
- handel tussen jaarmarkten verstoord door oorlogen (Frankrijk, Italië(

--> Brugge neemt plek Atrecht over en wordt belangrijkste handelscentrum van de Nederlanden


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vlaanderen
  • Vlaamse steden kregen een marktfunctie
  • Tot 12e eeuw wol voor lakense stof van Vlaamse schapen, maar door de grote productie van laken moest er ook wol worden geïmporteerd uit Engeland. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelsnetwerk Brugge
- gelegen aan de Noordzee
- via Noordzee aansluiting op Hanze
- via Noordzee verbinding met Spaanse en Italiaanse steden






Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hanze
  • Handelsverbond tussen handelaren en steden in Noord-Europa. 
  • Doel: door samenwerking handel beschermen  --> verwerving monopoliepositie 
  •  Middelen: 
      - verkrijgen handelsprivileges bij stadsbesturen
      - weren van concurrenten
  •  Bloeitijd: 14e eeuw
     

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spanningen patriciërs en gemeen
- Bestuur steden in handen van patriciërs (rijke vooraanstaande burgers), ca. 10% stadsbevolking
- patriciërs knopen banden met adel aan --> adellijke levensstijl
- onvrede onder gemeen: willen verandering bestuur en verbetering werkomstandigheden
- opstanden onder leiding van ambachtslieden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Guldensporenslag 1302
Veldslag bij Kortrijk tussen Frans ridderleger en Vlaamse ambachtslieden onder leiding van de Graaf van Vlaanderen

Achtergrond

Politiek conflict:
Franse koning wil graafschap Vlaanderen onder directe controle krijgen

Sociaal conflict:
Het gemeen van de Vlaamse steden o.l.v. ambachtslieden komt in opstand tegen macht patriciaat (=rijke burgers die in steden de macht hadden)

Slide 36 - Tekstslide

Vlaanderen behoorde door het Verdrag van Verdun (843), als enig gewest van de latere Nederlanden tot West-Francië. Vanaf het einde van de negende eeuw begon het graafschap een onafhankelijke koers te varen tegenover zijn leenheer, de Franse koning. Dat was mogelijk door de opbloeiende handel en nijverheid die een zekere welvaart bracht en voor een sterke onderhandelingspositie tegenover de koning leidde. Dit resulteerde in verschillende conflicten. Naast het Franse Kroon-Vlaanderen had de graaf van Vlaanderen vanaf 1062-1063 ook gebieden in het Rooms-Duitse Rijk in leen (Rijks-Vlaanderen). 
guldensporenslag 

--> Graaf van Vlaanderen sluit bondgenootschap met Vlaamse ambachtslieden

--> Franse koning sluit bondgenootschap met Vlaamse patriciërs

Uitkomst: Vlaamse ambachtslieden verslaan Frans ridderleger!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse ridders gedood i.p.v. krijgsgevangen gemaakt voor losgeld
goedendag
Vlaamse ridders (leeuw) - Franse ridders (lelie) - Vlaamse ambachtslieden met goedendag
vergulde riddersporen die op het slagveld werden opgeraapt door de Vlamingen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies