4.3 (a)Onrust in de Nederlanden

4.3 onrust in de Nederlanden
4.3 onrust in de Nederlanden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.3 onrust in de Nederlanden
4.3 onrust in de Nederlanden

Slide 1 - Tekstslide


Uitleg §4.3: Onrust in de Nederlanden

Samen lezen

Aan de slag

Afsluiting
Wat gaan we doen in de les?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les moet je drie dingen kunnen uitleggen:

1. Je kunt beschrijven wat de Spaanse koning rond 1550 wilde veranderen aan het bestuur in de Nederlanden. 
2. Je kunt twee redenen noemen waarom mensen in de Nederlanden ontevreden waren over het Spaanse bestuur.
3. Je kunt een oorzaak en een gevolg van de Beeldenstorm noemen. 
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vanuit welke stad bestuurde Karel V zijn rijk?
A
Brussel
B
Amsterdam
C
Madrid
D
Berlijn

Slide 5 - Quizvraag

Welk geloof wil Karel V in zijn rijk hebben?
A
Het protestantse geloof
B
Het islamitische geloof
C
Het katholieke geloof
D
Het joodse geloof

Slide 6 - Quizvraag

Dit is het rijk van Karel V. Zijn zoon Filips II erft een deel van het rijk van zijn vader (Spanje en NL).

Slide 7 - Tekstslide

Zonder te spieken: welk land hoort niet bij het rijk van Karel V
A
Italië
B
Spanje
C
Portugal
D
Nederland

Slide 8 - Quizvraag

De Lage Landen
De Lage Landen, beter bekend als Nederland, bestond 500 jaar geleden uit 17 gewesten (=provincies). Elk gewest had zijn eigen bestuurder: een stadhouder. Elke stadhouder mocht voor zijn gewest eigen regels en wetten maken. Filips II bestuurde zijn rijk dus niet vanuit één plaats.

Slide 9 - Tekstslide

Filips II
Filips II wilde heel graag een centraal bestuur. Dat betekent dat hij vanuit één plek (Spanje) al zijn gebied kan besturen. Toen was dat namelijk nog niet. Filips II moest toen voor elke beslissing die hij wilde nemen, aan ieder gewest/stadhouder toestemming vragen. Dat wilde hij niet meer. 

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

De Lage landen
Karel V
Protestant
Katholiek
Gewesten
Eén centraal rijk
Willem van Oranje
Filips II

Slide 12 - Sleepvraag


Bladzijde 33


Samen lezen

Slide 13 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
Wat? 

§4.3: opdracht 1 t/m 4

Hoe?
In je werkboek
Zelfstandig of met degene naast je


Tijd?
10 minuten

Hulp?
Vinger in de lucht bij vragen

Klaar?
Geef antwoord op het leerdoel
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Ontevredenheid
De Nederlanders worden steeds ontevredener over hun leider(s). En dan vooral over de volgende dingen:

1. Nederlanders wilden geen centraal bestuur, maar hun eigen gewesten en stadhouders. 
2. Hoge belastingen
3. Vervolging van protestanten

Slide 15 - Tekstslide

De Spaanse inquisitie

Slide 16 - Tekstslide

En toen....
Ontplofte de hele boel. 

In 1566 was het raak. Na een hagenpreek (kerkdienst in de openlucht) gingen de mensen de katholieke kerken in en vernielden de hele boel en plunderden de kerken. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De Beeldenstorm
  • Filips II was woedend!
  • Ook op de Nederlandse adel.
  • Hij stuurde de Spaanse hertog Alva met een leger naar de Nederlanden om de orde te herstellen en de protestanten te straffen.
  • Veel protestanten vluchtten!
  • Ook Willem van Oranje.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wie was de koning van Spanje?
A
Karel V
B
Filips II
C
Willem van Oranje
D
Alva

Slide 21 - Quizvraag

Wie was de beste Spaanse generaal die naar Nederland werd gestuurd?
A
Karel V
B
Filips II
C
Willem van Oranje
D
Alva

Slide 22 - Quizvraag

Welke stad nam Willem van Oranje in?
A
Watergeuzen
B
Den Briel
C
Antwerpen
D
Heiligerlee

Slide 23 - Quizvraag

Waarom begon de Beeldenstorm (wat is dus de oorzaak)?

Slide 24 - Open vraag

Noem een gevolg van de Beeldenstorm (dus wat gebeurt daarna)?

Slide 25 - Open vraag

Noem 2 redenen waarom de Nederlanders erg ontevreden waren over Filips II.

Slide 26 - Open vraag


Bladzijde 35 en 37


Samen lezen

Slide 27 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
Wat? 

§4.3: opdracht 5 t/m 9

Hoe?
In je werkboek
Zelfstandig of met degene naast je


Tijd?
10 minuten

Hulp?
Vinger in de lucht bij vragen

Klaar?
Geef antwoord op het leerdoel
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Maak in je schriftje en laat controleren bij de docent. 

Slide 29 - Tekstslide