§3.5 Drinkwater en klimaatverandering

§3.5 Drinkwater en klimaatverandering
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.5 Drinkwater en klimaatverandering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Leerdoelen
- Herhaling §3.4
- Uitleg + video's
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet hoe in hoog- en laag-Nederland drinkwater gewonnen wordt.
Je begrijpt waardoor watertekorten ontstaan.
Je kunt in de atlas gebieden met veel en weinig neerslag aanwijzen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uiterwaarde
kribben
zomerdijk
winterdijk
winterbed
zomerbed

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een polder
Een stukje van een dijk
Een terpdorp

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Polder
Boezem
Gemaal

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor grondsoort heeft hoog-Nederland?
A
klei
B
steen
C
zand
D
moeras

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drinkwater in hoog-NL
  • Waterleidingbedrijven zorgen voor drinkwaterwinning in NL.
  • Waterwinning in hoog-Nederland (gebieden boven NAP):
- Doorlaatbaarheid van zand is groot.
- Filtrerende werking van zand, zorgt voor het verwijderen van bacteriën en vuil uit het grondwater. 
- Drinkwater wordt gemaakt uit grondwater die nog extra gezuiverd is.

Slide 9 - Tekstslide

eerst uitleggen hoe water gewonnen kan worden. hoog nederland. 
dan laag nederland

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In Laag Nederland lag een grondsoort die erg vruchtbaar was. Welke grondsoort wordt bedoeld?
A
Löss
B
zand
C
veen
D
zeeklei

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drinkwater in laag-NL
  • Waterwinning in laag-Nederland (gebieden beneden NAP, grond bestaat uit veen en klei):
- Van oppervlaktewater: rivieren, plassen, meren en sloten.
- Van duinwater gemengd met oppervlaktewater, uit bijv. spaarbekkens.
Spaarbekkens
Een spaarbekken is een natuurlijke of door de mens aangelegde plaats om water tijdelijk op te slaan voor later gebruik. Dit gebruik kan zijn als drinkwater, voor irrigatie of om waterkracht mee op te wekken.

Slide 12 - Tekstslide

eerst uitleggen hoe water gewonnen kan worden. hoog nederland. 
dan laag nederland

Zoetwaterzak
  • "Een grote zoetwatervoorraad in de ondergrond van de duinen".

  • Nadeel van het gebruiken van duinwater:
- Tijdens schaarste kan een zoetwaterzak krimpen waardoor het waterwingebied (in de duinen) verdroogd en verzilt (= te zout wordt). 
- Als de zoetwaterzak te klein wordt, dan komt er zout zeewater omhoog.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er in het westen van het land geen gebruik gemaakt van grondwater?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Broeikassen die zorgen dat de aarde warm blijft.
B
Door vervuiling komen er meer broeikasgassen.
C
Broeikasgassen verbranden.
D
Fossiele brandstoffen opslaan.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering

  • De waterproblematiek neemt toe door het versterkt broeikaseffect.


  • Op welke manieren?
- toename neerslagintensiteit: overstromingen mogelijk.
- verdroging: beregenen akkers noodzakelijk.


  • Hoe wordt het broeikaseffect versterkt?
- extra CO2 uitstoot.
- door ontbossing blijft meer CO2 in de atmosfeer hangen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watertekorten
  • In NL is er veel water, door neerslag en alle rivieren.

  • Door klimaatverandering valt er in korte tijd veel neerslag, maar krijgen we ook te maken met droge perioden. > Als het dan hard gaat regen, krijg je bodemerosie

  • De vraag naar water neemt toe, door groei van de bevolking, maar de beschikbare hoeveelheid water neemt niet toe. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies