HIN - 1BKA - Meervouden cursus 7 paragraaf 4

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het? 

Slide 3 - Tekstslide

Welkom
Pak je iPad, boek op blz 220/228 (bk/kgt), 
 je schrift of een blaadje
en je pen.

Log in op deze LessonUp.   
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
IK KAN WOORDEN DIE OP EEN -D OF EEN -T EINDIGEN GOED SPELLEN​

IK KAN MEERVOUDEN GOED SPELLEN.


Slide 7 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een woord met een -d of een -t?

Slide 8 - Woordweb

Verlengproef
Maak het woord langer door er -e, -en of -ig achter te zetten.​

  • Als je dan een -t hoort --> schrijf je een -t aan het einde
 ZWARTE – ZWART/ KRACHTIG-KRACHT​

  • Als je dan een -d hoort --> schrijf je een -d aan het eind
 VERBANDEN-VERBAND/BEDDEN-BED​

Slide 9 - Tekstslide

Nederlands
Meervouden

Slide 10 - Tekstslide

Programma
1. Meervouden  
2. Aan de slag 
3. Kahoot 
4. Nabespreken 
5 Afsluiten 

Slide 11 - Tekstslide

Meervouden
Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud.


Slide 12 - Tekstslide

Zo maak je een meervoud:
Je maakt van een zelfstandig naamwoord meestal een meervoud door -en of -s achter het woord te zetten: vriend → vrienden; schrift → schriften; kerel → kerels; wielrenner → wielrenners.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
 Pak je boek voor op Meervouden. 
Basis: maak opdracht 1 t/m 3  op blz 220
Kader: maak opdracht 1 t/m 7 op blz 228. 

Dit is het huiswerk voor 
woensdag. 

timer
12:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan meervouden spellen. Ik weet wat ik goed doe en wat ik nog lastig vind.
-110

Slide 17 - Poll

Ik ben klaar voor een oefentoets over spelling met hoofdletters, leestekens, -d of -t en meervouden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Tot woensdag. 

Slide 19 - Tekstslide