Engels on, in, at H.6 stepping stones

on, in, at

De voorzetsels on, in en at worden gebruikt voor tijd.



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

on, in, at

De voorzetsels on, in en at worden gebruikt voor tijd.



Slide 1 - Tekstslide

At

At gebruik je bij kloktijden.

The film starts at 7 o'clock.


Slide 2 - Tekstslide

In

In gebruik je bij maanden, jaartallen, siezoenen en dagdelen.

They moved to the UK in 1999.

Dad walks the dog in the morning.

Leaves fall in autumn.

Slide 3 - Tekstslide

On

On gebruik je voor dagen en data.

I play football on Saturdays.

The concert was on May the first.

Slide 4 - Tekstslide

the scouts went camping .... the woods
A
on
B
at
C
in

Slide 5 - Quizvraag

they live ... duncannon street.
A
in
B
at
C
on
D
over

Slide 6 - Quizvraag

they were watching a film ... cinema.
A
by
B
at
C
on

Slide 7 - Quizvraag

Welke voorzetsels van tijd zijn er ook al weer? Noem ze alle drie.

Slide 8 - Open vraag

We never do our homework ..... the evenings.
A
at
B
in
C
on

Slide 9 - Quizvraag

Do you go to church ..... Sundays?
A
on
B
in
C
at

Slide 10 - Quizvraag

Our next lesson begins ..... two this afternoon.
A
on
B
in
C
at

Slide 11 - Quizvraag

..... summer we often go swimming.
A
on
B
in
C
at

Slide 12 - Quizvraag

We arrived ..... 5 o'clock .... Wednesday ..... 2005.
A
on, in, at
B
at, on, in
C
in, at, on

Slide 13 - Quizvraag

She came ....... midnight.
A
at
B
in
C
on

Slide 14 - Quizvraag

Her birthday is ...... 12 October.
A
at
B
in
C
on

Slide 15 - Quizvraag

We had dinner ...... in the afternoon.
A
at
B
in
C
on

Slide 16 - Quizvraag

She left ........ February.
A
In
B
At
C
On

Slide 17 - Quizvraag