Werkwoordspelling VD, OD en BN

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
- Bespreken huiswerk
- Uitleg VD + OD als BN 
- Samen oefenen
- Aan de slag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
- Bespreken huiswerk
- Uitleg VD + OD als BN 
- Samen oefenen
- Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordsvormen:
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
- infinitief (inf.)
- gebiedende wijs (gw)
- onvoltooid deelwoord (od)
- voltooid deelwoord (vd)
- bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord / onvoltooid deelwoord (bn)

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd moet spellen;
Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet spellen.

Na deze les kun je het onvoltooide deelwoord en bijvoeglijk naamwoord benoemen en correct spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Eerst:
Bespreken huiswerk. 

We bespreken de opdrachten klassikaal. 

Slide 4 - Tekstslide

OD + VD als BN
Pak je laptop en ga naar LessonUp. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een infinitief?

Slide 6 - Woordweb

Welke regel geldt voor de gebiedende wijs?

Slide 7 - Woordweb

Onvoltooid deelwoord
Je bent er nog mee bezig, het is nog niet voltooid. 

Zingend fietste ik naar huis. 
Huilend liep het meisje door de gang. 
Hij antwoordde ontkennend op de gestelde vragen. 

Je schrijft het infinitief + d(e).

Slide 8 - Tekstslide

Vul in:
Niets ... (vermoeden) liep hij naar huis.

Slide 9 - Open vraag

... op de gebeurtenissen, kunnen we tevreden zijn.
A
Terugkijkend
B
Teruggekeken
C
Terugkijkendt
D
Terugkijkent

Slide 10 - Quizvraag

Verzin nu zelf een zin met een onvoltooid deelwoord.

Slide 11 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord van werkwoord
Van een voltooid deelwoord of een onvoltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. Spel het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk, net als bijvoeglijke naamwoorden.

Het pas bestrate trottoir is nog niet toegankelijk. 
Het bezorgde pakketje was voor mijn buurman. 

Slide 12 - Tekstslide

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Jammer dat ik het doel heb gemist.
Het  ..... doel.

Slide 13 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


De weg werd verbreed.
De ..... weg.

Slide 14 - Open vraag

Maak nu zelf een zin met een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Slide 15 - Open vraag

Noteer nu het werkwoord in de juiste vorm. Neem de hele zin over.
Sinds de tandarts Eva heeft ... (adviseren) haar tanden beter te ... (verzorgen), ... (flossen) ze iedere avond trouw haar gebit.

Slide 16 - Open vraag

Noteer nu het werkwoord in de juiste vorm. Neem de hele zin over.
Kijk, nu ... (strompelen) dat arme paard met zijn ... (kneuzen) voet ... (aarzelen) dichterbij.

Slide 17 - Open vraag

Noteer nu het werkwoord in de juiste vorm. Neem de hele zin over.
Vanaf morgen ... (kunnen) bezoekers ... (genieten) van de pracht en praal in de pas ... (renoveren) villa.

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Maak opdracht 6 en 7 op blz 259.

Slide 19 - Tekstslide